Archieven

1 Hendrik Hermans, Jan Peeters Rutte; Aeb Janssen, Arnoldus Ruijsel, schepenen te Escharen, Willem van Tongler, Jan Gruttelaer, geërfde ingezetenen van Escharen machtigen Jan Peeters van Caemerbergh en meester Johan Therportten om op 6 januari 1721 te compareren inzake de grote en kleine speciën.

2 Arnoldus Ruijs, Frans Thomassen, schepenen en geërfden te Escharen, mitsgaders Peter Anthonij Meuleman als rentmeester van het St. Catharina Gasthuis te Grave, Anthonij van der Gronde en Willem de Greve, Nicolaes Elders, Arnoldus van Boekholt, Casparus Coeberg en Hubertus Coeberg, Bartholomeus Verschuren, Gerard Sauvegarde, Peter van Boekholt, allen geërfden van Escharen ter eenre en Berent van Liebergen ter andere zijde verklaren eerste comparanten dat zij voor goederen van de tweede comparant reeds veel kosten hebben gemaakt en dat Henricus van der Gronde en François van der Geest zullen worden geautoriseerd om namens voorschreven Liebergen die kosten tegen te gaan en zijn gerede en ongerede goederen te verkopen om zijn schulden te voldoen.

3 Wolterus van den Caestelenbergh, aangestelde rigterbode verklaart dat Jan Peter van Caemerbergh en Arnoldus Ruijsch, schepenen te Escharen, ten huize van Jan Hermans, herbergier op 31-12-1720 heel vroeg in de morgen tegen hem hebben gezegd: wij verwachten een kortwijlige publicatie of paskwil te laten doen, maar dat Huijsmans nog niet gekomen is, waarna de comparant zich naar Escharen heeft begeven en Huijsmans in het huis van Jan Hermans niet gevonden heeft en is gegaan naar huis van Jacob Jacobs, waarbij er geen tijd was om Liebergen als gesubstitueerde scholtus permissie te vragen, maar dat ‘s-middags meester Therportten een relaas heeft opgesteld en hem heeft verzocht dit te tekenen, maar hij zegt dat Liebergen daar geen opdracht voor heeft gegeven.

4 Johan Therportten, procureur te Grave gehuwd met Jacomina Coebergh machtigt Johan Roscam.