Archieven

1 Arnoldus Looijen, wonende te Nijmegen en tegenwoordig te Grave, curator over zijn broer Leonard Looijen machtigt Casper Francis Coebergh om te transporteren de coornpachten die hij publiekelijk heeft verkocht.

2 Jacoba Johanna Jamin vrouw van Petrus Buijs, predikant te Beers, dochter van wijlen Michiel Jamin en Constantia Catharina de Wilde, mede erfgename van vrouwe Greving, wonende te Grave machtigt haar man Petrus Buijs en haar broer Michiel Jamin gezamenlijk om namens haar te verkopen haar gedeelte in vier obligaties met een gezamenlijke waarde van zesduizend gulden.

3 Hendrica de Haan, meerderjarige jongedochter verklaart schuldig te zijn aan Willem Torsink, rentmeester van het St. Catharina Gasthuis, ten behoeve van hetzelfde gasthuis een bedrag van tweehonderd gulden.

4 Willem Torsink, schepen te Grave machtigt Mr. Thomas Ernst Stuerman, raad en agent van de prins van oost-Friesland, om namens hemde eed af te leggen voor de Graaf van Lijnden.