Archieven

7 Elisabeth van der Linden te Holthees eerst weduwe van Johannes Cleve en later van Rut van der Zande, thans gehuwd met Johannes Fleuren, bouwman te Holthees verklaart f 830,-- schuldig te zijn aan Hendrik van Mook te Vierlingsbeek. Als borg stelt zij negen percelen bouw-, wei- en bosland onder Holthees.

8 Johannes Arnoldus van den Bosch, ongehuwd, bouwman op den Bosch gemeente Maashees verklaart bij leven aan de Armen van Holthees te schenken, waarvoor Jan Tiesen als Armmeester te Holthees accepteert, f 50,- en een jaarlijkse rente van 2 ½ sester rog door de bouwman Hendrik Rijs wonende op het huis de Voort te leveren. Dan nog een rente van 2 sester rog te leveren door de erfgenamen van Johannes Muijters te Groeningen uit een huis, moeshof en boomgaard te Groeningen, grenzend aan de gemeente en Johannes de Pater. Beide pachten moeten jaarlijks in de herfst worden afgehaald.

9 Johannes Arnoldus van den Bosch, ongehuwd, bouwman op den Bosch gemeente Maashees verklaart bij leven aan de Armen van Overloon te schenken, waarvoor Mels Peeter Cremers als Armmeester te Overloon accepteert, f 50,- en vier sester rog gaande uit het huis en de grondstukken van Leendert Leenders wonende te Overloon. Deze pacht moet jaarlijks in de herfst worden afgehaald.

10 Christiaan Jansen, dagloner te Vierlingsbeek verkoopt voor f 200,-- aan J.A. Stedman, gepensioneerd luitenant-generaal, heer van Hatert onder Vierlingsbeek twee stukjes weiland en een stukje bouwland genaamd “den Driehoek” in de Hammervenne onder Vierlingsbeek.