Archieven

1 Hendrik van Stiphout wonende te Heesch verklaart dat in de maand April 1802 Ida Manders bij hem een nacht heeft gelogeerd en dat hij daags daarna een geel koperen keteltje heeft vermist, hetwelk zij later verklaart te hebben meegenomen. Hendrik van de Poel wonende te Heesch verklaart dat in de maand April 1802 Ida Manders ’s morgens bij zijn vrouw is gekomen om wat te drinken en dat zij nadien een manshemd hebben vermist, hetwelk zij later verklaart te hebben gestolen. Katarina Swaanenberg gehuwd met Willem Kuijpers verklaart dat in de maand April 1802 Ida Manders om logies vroeg en gezegd heeft dat zij van Kees van Esch 150 gulden te goed had en als onderpand een mans- en vrouwshemd achterliet. Terugkomende vertelde ze dat ze geen geld gekregen had en bood aan om de twee hemden voor haar vertering achter te laten. Dat Katarina deze eerst niet wilde hebben maar later toch heeft aangenomen denkende beter iets dan niets te hebben.

2 Catharina Francis Timmermans weduwe van Crist van Roij, ziek te bed liggende, maakt haar testament. Zij stelt aan tot voogden over de kinderen van Joost Ploegmakers en Maria Crist van Rooij: Francis Crist van Rooij, Johannes Francis Ploegmakers en Johannes Jan van den Akker behoudens aan Joost Ploegmakers zijn recht als vader en voogd over de goederen.

3 Dirk van Ravenstein en Piet van Venrooij beide wonende te Heesch verklaren dat zij Klaas Gijsbert van Venrooij oud ruim 30 jaar goed kennen, dat hij met de vrouw van Jan van Hintum, tenminste sedert de tijd dat deze te Dordrecht in de gijzelkamer heeft gezeten, als man en vrouw heeft geleefd, dat hij zich verscheidene keren aan drank te buiten is gegaan en zijn zaken helemaal verkeerd heeft beheerd en dat hij meermalen door zijn familie is vermaand om op het goede pad te blijven.

4 Antoni Bueters, Johannes van den Heuvel, Arien van Steenvelt, Nicolaas van den Heuvel en Peter van Iperen als leden van het bestuur van Berchem staan borg voor de kosten, voor Jan Sonnenberg wonende op de Coolwijk onder Herpen als gedaagde voor Johannes Vriezekolk procureur van het gerecht van Ravestein.