Archieven

194 Voor Marcelis Hanrickx ende Joest Wouters, schepenen in Kessel, is verschenen Michgiel Ghijsberts woonende tot Vechel als man van Anneken dochtere Hanrick Ghijsberts vanden Bogaert verweckt bijden selven Hanrick ende Magdalena sijn wittege huijsvrouwe dochtere Rutger Vrancken verweckt bijden selvne Rutger ende Anneken sijn echte huijsvrouwe dochtere Gijsbert Wouters verweckt bijden selven Ghijsbert ende Heesken sijne echte huijsvrouwe in haeren leven gewoont tot Geffen wesende een dochter van Hanrick Robben etc. Deze heeft verkocht aan Lambert Ghijsberts ende Jan Aertss Brouwer een stuck lants groot 7 hont in Kessel ter plaetsschen genoempt de middelste ende achterste Loijkens hoeff opten benedensten wal, belendingen: Aert Jan Anthonis als tochtenaer van Hilleken sijn wittege huijsvrou naegelaten weduwe van Ghijsbert Hanrick Hack saliger; den groeten gasthuijse binnen sHartogenbossch ende Mathijs Dierckx Buekentop; vorste Loijkens hoeff; de vorster erdt stege; vuijt crachte van erffdeijlinge mede als erffgenaem vande voors Heesken Ghijsberts waer mede tselve hem te deel gevallen is (schepenbrief Geffen d.d. [niet ingevuld]). Hieruit te onderhouden anderhalven voet maessdijckx onder de schouwe van Kessel tusschen de opvaerten bij Jan Janssen van Diepenbeeckx huijs tusschen gedijckte [niet ingevuld] boven ende [niet ingevuld] benedennaest.
Testus et datum ut supra geloeven Jan Aertss Brouwer ende Lambert Ghijsberts, Michgiel Gijsberts een schepenbrieff van 220 carolus gulden, metten intrest tegens 5 gulden ten 100 samen te betalen aenden voornoemden Michgiel oft aen sijn oer erven ofte naecomelinge ofte aen thoonder deses den 5en dach der maent augustij alsmen schrijven sal 1650 sodner eenich vorder vuijtstel daer voor te dorven nemen.