Archieven

1 Vest.
Voor Jan Derick Rutten presedent, ende Jan Franssen, schepenen in Oijen, zijn verschenen Gerit Janssen vanden Heuffvel, Marijcken Stevens weduwe van Peter Janssen vanden Heuffvel, Willemken Backus weduwe van Hendrick Janssen vanden Heuffvel, Hendersken Lamberts van Geruwen dochter van Marijcken Janssen vanden Heuffvel, woonende tot Lith, ende Aeldert Derickxs als man van Jenneken Janssen vanden Heuffvel woonende tot Wamel. Dezen hebben gevest aen Peter Janssen Pauw en Jan Janssen soonen van Jan Franssen woonende alhier tot Oijen, anderhalven mergen landts in Oijen inde drevel thiende, belendingen: de gemeijn straet; den zeedijck; de pastorije; Ruth van Dijck en Derick Meussen; de cooperen moedten 7 stuijvers jaerelijckx aende kerck tot Oijen betaelen. Vercocht voor de somme van 75 carolus guldens; 40e penning 6 gulden 17 st 8 pen:, die de cooperen aenstons aende secretaris Devenijns hebben betaelt.
Tot veertichsten pen. ontfangen 6 gulden 17 st 8 pen: op den 18-1-1697 G. Devenijns secretaris.

2 Vest
Voor Jan Franssen en Ruth Pepercoren, schepenen in Oijen, is verschenen Ruth Janssen Rutten woonende tot Oijen. Deze heeft gevest aende heer Berent van Sichelorom commissaris woonende tot Oijen eenen hoff landts in Oijen inde oij thiende groot 4 hont landts, belendingen: oost Claes Gerits en Jan Derick Rutten; west den armen acker daer Jan van Lent op woondt; noord de maesdijck; zuid den vercooper selver mette plomp. Den vercooper moet de verpondingen en dorpts lasten 1696 betaelen. Item moet den cooper de armen renten in dit landt staende aende armen tot Oijen betaelen op toekomenden maij 1697. Item moet den cooper 16 stuijvers jaerelijckx inde verpondinge betaelen inden post vanden vercooper. Vercocht voor de somme van 81 carolus guldens ende tot 40e pen. daervan betaelt 2 gulden 9 pen.

3 Rente.
Francijs Elisens van Erp woonende tot Oijen als volmachtiger van meester Jacobu Wilmar ende sijne huijsvrouw Jenneken Brienen woonende inde stadt Maestricht (procuratie voor notaris Joannes Corstius d.d. 25-2-1697), belooft namens hen inden tijt van 5 jaeren te betaelen aende heer Charles Spengler en juffr. Catharina Wijnants echtteluijden ofte haer recht hebbende, de somme van 125 carolus guldens metten interest van dien tegens 6 vant 100 ende indien precis betaelt met 5 vant 100 en anders niet. Procederende dese scult van goede geleende ende wel aengetelde penningen. Gelover stelt tot onderpand eenen camp landts in Oijen op het hooge velt groot 7½ hont genampt Johannis camp den voors mr. Jacob Wilmar en sijne huijsvrouwe Jenneken Brienen toekomende, belendingen: oost Jan Banden comsuis; west Jan Claessen erffgenaemen; zuid de witte geer; noord Jan Hermens en de kinderen van Jan Rutten.
Getuijgen waeren hier over Jan Derick Rutten presedent en Ruth van Dijck, schepenen in Oijen.
[marge:] tot 40e pen. ontfangen 3 gulden 2 st. 8 pen. G.Devenijns.

4 Machgescheijt tusschen Frans Janssen als man van Jenneken Dillesen te vooren weduwe van Jan Hendrickx Fredrickx zaliger ende sijn vrouwen voorkinderen.
Voor Jan Derick Rutten presedent ende Jan Franssen, schepenen in Oijen, zijn verschenen Frans Janssen als man van Jenneken Dillesen sijne huijsvrouwe te vooren weduwe van zaliger Jan Hendrick Fredrickxs ter eendere ende Gijsbert Janssen, Derick Janssen en Hendrick Dillesen als momboir van Dillis Janssen, alle kinderen vande voors Jan Hendrick Fredrickxs verweckt bij die voors Jenneken Dillissen ter andere zijden. De goederen die Jan Hendrickx voors stervende heeft achtter gelaeten zijn in 2 loten gedeijlt.
(1) Gijsbert Janssen, Derick Janssen ende Dillis Janssen geassisteert met Hendrick Dillissen sijnen oom ende momboir zijn te saemen te deel gevalleN; de helft van 14 hont op de leechtte; item alnoch eenen halven mergen gelegen binnen Oijen op den vijtterweerdt, belendingen: het kerckenlandt aldaer; eenen mergen lantdts gelegen inde twintich roeijen; item alnoch 7 hont landts het hoff landt genampt blijft ongedeijlt tegens huijs, hoff en berg gelegen in het groot geheuft; sal dit lot gebruijcken de voors 7 hont het hoff landt soo lange als Jenneken Dillissen haer moeder sal leven; item alnoch eenen halven mergen landts inden hoogenstart.
(2) Frans Janssen als man van Jenneken Dillissen, te vooren weduwe van Jan Hendrickx, is te deel gevallen; huijs, hoff ende berg groot 4 hont thient vrij in het groot geheuft gelegen blijft ongedeijlt soo lange Jenneken Dillissen sal leven bij haer te gebruijcken; daer en tegens blijven 7 hont het hoff landt oock ongedeijlt, die haere kinderen tegens het voors huijs ende hoff sullen gebruijcken soo lange haere moeder met godts genaeden sal leven; item is Frans Janssen te deel gevallen 8 hont op de lijm; item alnoch 3 hont in het groot geheuft Jan Hermens hoff thient vrij; item alnoch de helft van 14 hont op de leechtte deijlende tegens het voors eerste lott.