Archieven

1 3e koop in de Bus genaamt Crijkamp. Verkocht aan Jan Gielens van Amstel voor 8 gulden en 1 slag. 4e koop int Westervelt. Verkocht aan Jan Tonij Jan Tijsen voor 11 gulden en 18 stuivers en 1 slag.

2 Bernard Franx (tekent: Bernardus Franks), oud omtrent 40 jaar, Gerardus de Veer, oud omtrent 43 jaar en Hendrik van Lent, oud omtrent 26 jaar, allen inwoners alhier verklaren op verzoek van het officie dat hen op 29-1-1771 ’s avonds rond 9 uur opgedragen was om te patrouilleren ingevolge het geformeerde plan voor een generale jacht op 28, 29 en 30-1-1771, toegestaan bij resolutie van de Hoogmogenden van 4-1-1771. Zij kwamen bij het huis van Jan de Goij en hebben het bezet. Bernard Franx verklaart dat hij in het huis een woordenwisseling heeft gehoord met de heer Verbeek. Schepen Verbeek heeft daarop geroepen om naar de eerste wacht te gaan om volk te roepen. Hij is met 3 man teruggekomen. Ze hebben gezien dat er 2 of 3 keer met een riek naar Verbeek is gestoken, zodanig dat zijn hoed afviel. Gerardus de Veer verklaart dat Jan de Goij een riek in zijn hand had en 2 keer naar Verbeek heeft gestoken. Hij is toen tussenbeide gesprongen met een eigen riek.

3 Willem van Loon, oud omtrent 56 jaar, Jan Janse van Dinter, oud omtrent 54 jaar en Jan Peeters van Erp, oud omtrent 32 jaar, allen gezworenen dezer plaats verklaren ter instantie van meester Isacq Verster, stadhouder des kwartiers van Maasland, dat zij op 2-2-1771 ten huize waren van de weduwe Herman de Gester, toen de borgemeesters werden aangesteld. Toen zij van het raadhuis naar het huis van voornoemde weduwe De Gester gingen, hebben ze op de opkamer zitten drinken tot ongeveer de klok van 8 uur. President Spuls kwam toen op genoemde kamer en zei: Vrinden het is soo laat de klok is agt uuren vrinden gij moet na huijs vrinden het is niet gepermitteert dat gij lieden op deesen dag soo laat blijft, want wij teeren hier op ons ijgen beurs.’ De vorster Croes stond op en ging naar de president die achterover viel. Jan Janse van Dinter heeft gezien dat Spuls zonder hoed en pruik stond.

4 Cornelis Spuls, president dezer plaats verklaart dat op 2-2-1771 toen de borgemeesters werden aangesteld, de heren officier en schepenen en de gezworenen ten huize van de weduwe Herman de Gester waren. Toen zij daar enige tijd geweest waren, ging de president naar de bovenkamer naar de gezworenen en zei: ‘Vrinden wat beduijt dat gij niet na huijs en gaat, want het is al laat genoeg, want het geen gij lieden verteert moeten de schepens betalen.’ President Spuls is toen weer naar de kamer gegaan en rond 10 uur heeft de vorster Barend Croes naar het gelag gevraagd, hetgeen aan de president gerapporteerd werd. De president is toen naar de opkamer gegaan en zei tegen de vorster dat hij niet naar het gelag hoefde te vragen, want de schepenen zouden het wel betalen. De vorster Croes sprong op en zei tegen Spuls dat het hem niet aanging dat hij naar het gelag vroeg. De vorster zei dat ze in een publieke herberg waren, waarop de president zei dat hij dan beneden in de gemene ‘haart’ (herd) moest gaan zitten, want deze kamer was voor de gezworenen. De vorster kwam vervolgens op de president af en stiet hem terug en sloeg hem. De president viel achterover tot beneden in de gang en hoed en pruik vielen van zijn hoofd. De schepen Gomarus kwam op het rumoer af, greep de vorster in de kraag en gaf hem een muilpeer. De stadhouder heeft de vorster de deur uitgeschopt. De vorster Barend Croes biedt de president en de schepenen zijn excuses aan en moet aan de diaconiearmen alhier een bedrag van 8 gulden betalen. De president neemt hiermee genoegen en de vorster belooft hem zich in het vervolg beter te gedragen.