Archieven

255 Peter Langens gehuwd met Johanna Catharina van Erp, bouwlieden wonende te Geffen; Gerardus Johannes van den Akker, bouwman wonend te Heesch als voogd in bijwezen van Godefridus van de Goor, schoenmaker wonend te Oss als toeziende voogd over de minderjarige Jan van Erp, zoon van wijlen Jan van Erp en wijlen Hendrien van Nistelrooij; Adrianus van Erp, landbouwer wonende te Herperschaik; Piet van Veggel, hoedenmaker gehuwd met Johanna Elisabeth van Erp, beiden wonende te Oss; Christina van Erp, zonder beroep wonend te Heesch; Johannes Alardus van de Koolwijk, bierbrouwer gehuwd met gehuwd met Johanna Maria van Erp, beiden wonend te Heesch; Jacobus Goossens , bakker wonend te Oss als voogd ad hoc en Willem Waterlaat, bouwman wonend te Heesch als toeziend voogd ad hoc over de minderjarigen Willebrordus en Johanna van der Putten, kinderen van wijlen Theodorus van der Putten en Petronella van Erp; Christiaan de Louw, herbergier en schoenmaker wonend te Oss als voogd over de zes kinderen van wijlen Johannes de Louw en Maria de Laat, met namen Christina, Peter, Anna, Maria, Antonia en Johannes de Louw in bijwezen van Gerard de Laat, kleermaker te Heesch als toeziende voogd; Arnoldus de Louw, bakker wonende te Oss; Gerardus van Dinther, timmerman wonend te Oss als gelaste van Elisabeth de Louw, eerst weduwe van Johannes van Dinther en thans hertrouwd met Gerardus Bevings, metselaar wonend te Oss; Hendricus de Louw, touwslager wonend te Oss; Wouter van Bergen, bouwman wonend te Lithoijen, optredend in de rechten van Maria Catharina de Louw weduwe Lambertus Coolen, wonend te Lithoijen; Catharina de Louw, dienstbode wonend te ’s-Hertogenbosch; Hermanus Hermans, winkelier gehuwd met Maria de Louw, wonend te Grave; Johannes van der Putten, touwslager wonend te Oss;