Archieven

1 Volgens een extract uit het doodboek van de heerlijkheid Dieren, ondertekend door koster Krol, is schepen Jan de Kat overleden op 10-01-1774 en begraven op 15-01-1774.

2 Anneke van Nuland weduwe en boedelhoudster van Claas Jansen Strick ter eenre en Daniel Strick, Anthony van der Burgh, Geurt van der Burgh als vader en voogd over de minderjarige Jan van der Burg en tevens als gevolmachtigde van Jan Klaassen en zijn vrouw Jenneke van der Burg ter andere zijde, allen als erfgenamen van hun broer resp. oom, Claas Jansen Strick gaan over tot verdeling van alle goederen van Claas Jansen Strick, welke thans nog in bezit zijn van zijn vrouw Anneke. Zij mag in het bezit blijven van alle goederen, maar moet op 02-01-1750 een magescheid laten opmaken, met de voorwaarde dat Anneke f 465,-- zal uitbetalen aan de erfgenamen. Zij zal de kosten van het magescheid voor haar rekening nemen, alsmede alle verdere uitgaande schulden.

3 Johan Francis Ploegh, procureur, volgens volmacht dd. 15-04-1747 voor schepenen van Ravenstein gepasseerd, gelaste van Gerard Verbeet, directeur van het generale landelijk hospitaal van de Staten Generaal van de Verenigde Nederlanden verkoopt voor f 200,-- aan Tony van Duren en zijn vrouw Maria Janssen perceel bouwland te Agterloon binnen heerlijkheid Dieden, genaamd de Poolacker.

4 Hendrik Koninks, Peter Koninks en zijn vrouw Maria Willems, Allegonda Koninks als weduwe en boedelhoudster van Derk van Elsenbroek verklaren f 85,-- schuldig te zijn aan richterbode Jan Krol en zijn vrouw Neeltje de Kat en stellen als onderpand een boomgaard aan de dijk omtrent de kerk. Obligatie is opgemaakt op 16-08-1749 en wordt geregistreerd op 24-08-1749. In de kantlijn wordt vermeld dat de obligatie is geroyeerd op 30-01-1772.