Archieven

1 Willem van Hanswijk, koopman en inwonend borger te ’s-Hertogenbosch, suppliant op en tegen de heer Jan Bart Ramaker, drossaard van Dinther, geïntimideerde mede gezien de appointemente van communicatie, waarbij gebleken is dat laatstgenoemde verstoken is van antwoord. De schepenen verklaren, dat deze gehouden is aan de suppliant te betalen een bedrag van 470 gulden en 16 stuivers in voldoening van een wissel bij de geïntimideerde aangenomen te betalen aan Willem Blonket op 15-6-1758.

2 Schepenen verklaren een eis te overleggen van 3-10-1759 gedaan bij Johannes Cruijpelands, wonende te Dinther op en tegen Jan van Schaijk, mede wonende te Dinther, gedaagde, monterende een bedrag van 7 gulden terzake van verteerde kost en drank, mitsgaders verschoten penningen in het jaar 1754 aan de aanlegger schuldig te zijn.

3 Schepenen verklaren een eis te overleggen van 16-1-1760 gedaan bij Jan van Schaijk, wonende te Dinther op en tegen Johannes Cruijpelands, mede wonende te Dinther, gedaagde, monterende een bedrag van 9 gulden en 12 stuivers bij voornoemde gedaagde aan de aanlegger schuldig gebleven wegens verdiend loon des aanleggers vrouw sinds 10-7-1754 aan de gedaagde verdiend blijkens rekening. De gedaagde verklaart de vrouw niet te werk hebben gesteld.

4 Er is een conflict ontstaan tussen Marten van Puijffelen voor zich en zijn broer Jan van Puijffelen, kinderen en erfgenamen van Johannes van Puijffelen ter eenre en Peter van Gog, inwoner van Dinther ter andere zijde betreffende een bedrag van 111 gulden wegens geleverde winkelwaar bij afrekening gedaan 25-4-1763 verschuld.