Archieven

1 rentmeester Tengnagel, eis van de helft van een rente van 6 gulden, te weten 3 gulden van de crediteueren, te vorderen van (of door?) de zusters te Den Bosch uit het jaar 1629 ten tijde van de redemptie, volgt de rest van zijn aanspraken (tiende en verpondingen)
Jan Tonis Jansse (Welten, JT), is de geexecuteerde samen met Arien Steenbergen, betreft hun bezit onder Dinther

2 (afschrift akte uit Den Bosch) : Inzake het proces tussen Poulus van Gogh en Peter Heijnsbergen als executeuren van de boedel van wijlen Jenneken van Uden, als eisers ten opzichte van Willem van Breda inwoner van de stad Den Bosch. Op 31 juli 1728 is er bemiddeling geweest tussen partijen en de schepenen en er is het volgende afgesproken. De vijf stukken linnenwaad die in bewaring waren bij de gerequireerde zullen toekomen aan de voogden over de minderjarige Hendrick Jansse van Roij, en dat linnenwaad zal worden verkocht en het geld ervan aan te wenden voor deze minderjarige.

3 Jenneken van Uden, haar komt 4 dukatons toe wegens het bleken van het linnenwaad.
Datum 31 juli 1728, aanwezig de heren Johan Adriaen Ruijsch president, meester Abraham Daesdonck, Johan Sevenhoven, Hendrik Antonij van de Graeff, meester Johan Hibelet en meester Willem Cornelis Ackersdijk (schepenen Den Bosch). Ter ordonnantie T. van Tulleken, secretaris Den Bosch.

4 uitspraak van heren schepen Den Bosch tussen de uitvoerders van de boedel van Jenneken van Uden en Willem van Breda als *gerechden*. Handelt over 5 stukken linnenwaad d.d. 31 juli 1728