Archieven

1 Jonker Nicolaes van Boshuijse als arme misdadiger heeft een antwoord ontvangen van de vrienden en de huisvrouw (van de overledene), de broers, ooms, neven en andere naaste vrienden van wijlen Willem Janssen. vanwege zijn *gedagennisse* op diens presentatie van 12 juli 1583, die hij in alle ootmoedigheid bij sommige geinteresseerden heeft geexibeert (overhandigd) en die zelfde hebben willen weigeren, zoals hij nu tot twee of drie keer wijffelijk (twijfelend) had verzocht, maar ze hebben tenslotten hen willen voegen na de *leringhe* van Christus onze Zaligmaker die ons leert dat we elkaar moeten vergeven, dan zal ons vergeven worden en willen wij zalig worden, alzo dat wij tegen elkaar misdeden en zondigen, niet alleen 7 maal maar 77 maal op enen dag, wij zouden elkaar moeten vergeven ... want zo lang als wij onze vrienden niet tegemoet komen, zo ontvangt God almachtig wel onze offerande of goede werken, maar zijn onnut en onvruchtbaar voor God almachtig in zijn tegenwoordigheid, want door de dood is Christus ons voorgegaan en geleerd heeft die om ons te doen en voor wie zijn vijanden waren, HIj Is gekomen uit den hogen hemel en heeft voor ons een smadelijke dood geleden en nochtans des nog gedachtig gewezen moet heeft zijn gebed uitgevoerd aan zijn hemelse vader voor degenen die hem gedood hadden opdat hij hen zou vergeven, hetwelk de misdadiger hoopt en zeer ootmoedelijke bidt dat zij als vrienden en maghen dit willen gedachtig wesen om dat zij hem tot genadelijke zoen willen laten komen. Zo het schijnt dat gij … voeden (voegen) naar de *leringhe* van Jezus Christus waarin van den armen misdadighe God van hemelrijk en door de vrienden en maghen zeer grootelijk dankende is. Te weeten of dat zij den zelfde misdadiger een eis gedaan hebben op zijn *presententie* maar de zelfde zeer zwaar en onmogelijk te volbrengen in alle artikelen en punten voor zijn kwaliteit en macht.

2 In het eerste artikel sustineert hij nog eens, zo de vrienden dat ontvangen hebben en belooft dat na alle zijn macht te volbrengen. Aangaande het tweede artikel daar de vrienden willen dat hij zou doen een ootmoedige voetval in zijn linnen kleren, driemaal ter aarde knielend in leedwezen voor zijn misdaad, daarop antoordt de misdadiger dat zijn persoon daartoe niet gekwalificeerd is, in deze tegenwoordige tijd, om merkelijke oorzaken die hij in deze niet en en is gespecificeerd hoewel hij zijn zelfde daar niet te goed voor kent, noch uit zomerdag ..en begeert te laten, maar begeert voor de vrienden dat zij uit willen zien naar andere satisfactien naar goeddunken en discretie van de arbiters die er voor worden gekozen.
Aangaande het derde punt door de vrienden willen en zeggen dat hij behoort wel te doen een of meer zielmissen te celebreren voor de ziel van de dode en ook dat hij tot lafenis van die zieke zou geven eens om Godswil 3 malders rogge aan de armen van Dinther en ook daar zij willen in plaats evan een bedevaart die te geven in dertigsten, te celebreren een zoen en.... te zetten achter zijn sepeltuuren daarop antwoordt de misdadiger segt dat hij in de plaatse ervan al zal doen celebreren in de kerk van Dinther, 3 zingende missen in de vigilie drie vrijdagen achter elkaar met 3 wassen kaarsen, elke kaars van een half pond, stellende die achter de baar en dan in de kerk achter te laten of zoals de arbiters zullen bepalen. Verder zal hij als de vrienden dat willen, de armen van Dinther laten delen ... van 10 voet rogge, ter lafenis van de ziel en stelt zich daarvoor in handen van de arbiters.

3 zijnde 65 gulden en voor het jongste kind 30 gulden te geven, nog voor het gaan staan, scriptuere te maken etc. de som van 12 gulden, daarop antwoord hij delinkwent dat deze eis zeer groot is en die nu in deze tijd kwalijk kan opbrengen door zijn persoon en (zoals is te voorzien), nergens van de zijnen wat krijgt, en moeten alle mensen even bloot (=bloed?) zijn , nochtans om een goede zoenovereenkomst te verkrijgen laat hij het aan uwe lieden over, zonder opstinatich tegen de vrienden en magen te zijn, biedt hij daarvoor samen de som van 35 gulden aan.
Aangaande het 7e artikel waarin de vriende van jonker Nicolaes als delinkwent 20 zoenguldens eisen volgens zoenrecht laat de delinkwent dat over aan de beslissing van de arbiters.
Aangaande het 9e artikel waarin de vrienden en familie van de delinkwent verder uit Dinther moet blijven wonen, den doch zijns levens omme daar alleen gastgewijs te mogen komen, hierop antwoordt de delinkwent dat zulks onbehoorlijk is en zonder genade gesproken, dat hij dan zijn huis en goed te Dinther zou moeten verlaten om zo uit de ogen van de vrienden van het slachtoffer te blijven en dan zou de voorgestelde zoen een *geveinsde* zoen zijn en niet een uit het hart en in strijd zijn met de *lering* van Jezus Chistus die ons leert dat wie de heer de wraak zullen geven etc. , ook dat het de vrienden kennelijk moet zijn dat ik geen .... (aanstichter?) ben geweest van de twist, maar dat ik mij heb moeten verweren, nochtans om tot een goede *peijs* te komen, met de vrienden en magen van de dode, zo is het dat ik begeer dat ze dit ariktel zullen doen liquideren en overlaten aan de beslissing van de arbiters en zullen omzetten in andere satisfactien en penitencien als naar goeddunken van de arbiters, maar zal altijd zoveel als hem mogelijk is de vrienden en familie ontwijken en verder wil hij dat ze zullen overdenken dat de delinkwent als hij (zijn huis) in armoede zou moeten verlaten (?) een ieder van U hetzelfde zal kunnen overkomen,

4 door de arbiters wordt uitgespreken, dat hij daaraan zal voldoen en zal nakomen en voor hetgeen hij niet kan nakomen zal hij daarvoor borgen benoemen die zulks nakomen voor de vrienden en magen, voor geborenen en ongeborenen, meerderjarige en minderjarige. De delinkwent onderwerpt zich verder aan het oordeel van de arbiters. Datum 16 juni 1583, ondertekend door Nicolaes van Boshuijsen. (de woordkeuze is soms vreemd qua zinsopbouw etc., mijn weergave is zoveel mogelijk in hedendaags taalgebruik)