Archieven

1 Jan Henrick Sijmons, borg, 13 februari 1601
Lambert Gijsberts, borg
Jan Henrick Jan Celen, schuldenaaer
Andries Henrick Aben, geldschieter
Jan Wijnants, schepen Dinther 1601
Jan Lamberts, schepen Dinther 1601
de kinderen van Gijsbert Dircks
jonker Adolph van Hoengen genoemd Wassenbergh
Dirck de Cuijper, er is een *nederslag op hem gepleegd* en daarover is een overeenkomst gemaakt.

2 de 4 minderjarige kinderen van Henrick Henrick Jan Celen
Jan Peter de Molder op ten Dungen
Jan Dirck Pennincx, borgemeester te Dinther. Verklaring over de slechte staat van de Wijgaertse Hoeve onder Dinther door de oorlog etc., actum 19 februari 1601
Ruther Willem Rutten, inwoner te Dinther, oud ca. 36 jaar, gedaagde
Jan Henrick Sijmons namens de stadhouder van de schout
Jan Wijnants, schepen Dinther 1601

3 Jan Peters, molder op Den Dungen, ontvangt een jaarrente van 3 gulden, actum 19 februari 1601
Jan Henrick Sijmons, schepen Dinther 1601
Gerart Henrick Gerarts, schepen Dinther 1601
Jan Goijaerts, schepen Dinther 1601
Jan Dirck Pennincks, borgemeester, krijgt opdracht om voor de bijdrage in de oorlogslasten te collecteren met 2 vennoten, 21 februari 1601
Aerden Janssen, medevennoot
Henrick Lenarts, medevennoot
Jan Wijnants, schepen Dinther 1601
Jacob Matheussen, schepen Dinther 1601
Rut Tonissen, schepen Dinther 1601

4 Peter Roelofs als man van Arnolda eerder weduwe van Tonis Welten, schuldbekentenis, 25 gulden plus rente. Tonis zat eerder in de gevangenis en zat toen in geldnood, 21 februari 1601
Aerden Cornelissen de Smidt, geldschieter
Jan Henrick Sijmons, schepen Dinther 1601
Jan Wijnants, schepen Dinther 1601
Roelof zoon van Lambert Reolofs, schuldbekentenis wegens levering van rog en boekweit
Marijken weduwe van Jacob Aerts, schuldeiseres
jonker Willem van Boshuijsen, aanlegger
Wouter Joosten, gedaagde en diens vrouw. Handelt over een door de honden gebeten varken
ten huize van jonker Wassenbergh in de *Stove* (?)
Anne weduwe van Thijs Henrick Delissen, aanlegster
Aerden Willem Aerts van Goch, gedaagde
Jan Henrick Jan Celen, was toendertijd kapitein van de huislieden (rotmeester, JT)