Archieven

1 Anna Maria Kerkhoven, wonend te ’s-Hertogenbosch met haar gecoren momboir Johan Craaijvelt, gewezen marktschipper van Middelburg op deze stad bekent 600 Carolus gulden schuldig te zijn aan meester Willem Cornelis Ackersdijk, oud-schepen en raad van ’s-Hertogenbosch met belofte dit binnen jaar terug te betalen, opgemaakt ’s-Hertogenbosch 10-12-1750; registratie te Dinther.

2 Jan Janssen van Erp en Peter Adriaan Hommelis, wonende te Dinther, mitsgaders Sijmen Hendrik Hommelis, meederjarig jongman wonend te Veghel en Maria Hendrix van den Bogaard, meerderjarige jongedochter, wonend te Dinther verschenen 1-3-1751 voor notaris Samuel Loeff te Dinther en bekennen 250 gulden schuldig te zijn aan Andries van Rixtel, wonend te Veghel om binnen jaar te voldoen, doch in marge staat, dat 18-3-1794 te Dinther is gecasseerd volgens cassatie van 22-9-1792 te ’s-Hertogenbosch.

3 Teunis van de Verdonk, wonende te Dinther verkoopt de helft in perceel hooiland te Heesch genaamd den Broekkamp, een zijde Arien Gielessen, andere zijde Gijsbert van der Heijden, een eind de slagen, ander eind de Lange Roijen hem aangekomen bij koop van Geert van der Loo, aan Jan Penninx, wonend te Heeswijk, getuigen meester Hendrik de Kempenaar en Peter Johan Franken, schepenen te ’s-Hertogenbosch 7-6-1751; registratie te Dinther.

4 Petrus van Bruggen, notaris te Maastricht in kwaliteit als gelaste van Arnoldus Johannes Munix, der beide rechten licentiaat en oud-schepen der stad Maastricht gehuwd met Maria Cornelia de Leeuw, bij akte van procuratie 30-11-1747 voor notaris H.J. van de Weijer te Maastricht en nadere onderhandse van 11-6-1748; idem Johan Blok, koopman wonend te Rotterdam gehuwd met Josina de Leeuw bij procuratie 11-5-1748 voor notaris Everardus van Brugge te Rotterdam, onderhands 15-5-1748 en ook in kwaliteit als gelaste van Adrianus Kippinx, koopman in wijnen te Rotterdam gehuwd met Christina de Leeuw bij akte van procuratie 27-8-1748 voor notaris Everardus van Bruggen, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Martinus de Leeuw en Maria Catherina van de Couvering en uit kracht der macht hen daarbij was gegeven jaarlijkse en erfelijke cijns van 18 gulden losbaar met 300 gulden verschijnend jaarlijks op 22-2 geconstitueerd bij Dirk, zoon van wijlen Joannis Otten Postelijns cum suo aan Bernard Le Hardij uit onderpanden te Sint Oedenrode alhier 22-2-1658, laatst betaald bij Dirk Daandels van Rijsingen cum suis; idem een schepenschuldbrief van 150 gulden gelooft terzake de koop van de helft in hofke binnen de heerlijkheid Venloon tegenover de Kerkesteeg of dreef des heren van Loon, aan Everardus van Brugge, notaris te Rotterdam, opgemaakt 27-10-1751 te ’s-Hertogenbosch en te Dinther geregistreerd.