Archieven

1 Jan van Boxtel, landbouwer te Uden, legateert aan zijn neven, Martinus en Gerardus Cornelissen Janssen, zonen van zijn zuster Adriana van Boxtel uit haar huwelijk met Cornelis Janssen uit Uden, elk f 200,--. Erfgename is zijn echtgenote Johanna Derik van der Ven. (zie akte 80)

2 Joseph Adriaan Rijkers, landbouwer te Uden, verklaart f 200,-- geleend te hebben van Jan van der Loop. Borgen zijn Jan Francis van den Heuvel en Johannes Martin Pittens.

3 Petrus Derks Verwegen, landbouwer te Volkel, verplicht zich, om f 1.200,--, voor vervanging van de dienstplicht van zijn zoon Theodorus, uit te betalen aan diens plaatsvervanger Jan van der Putten, passementwerker (boordsel), geboren te Uden op 14.03.1785 als zoon van Christiaan van der Putten en Hendrina van der Heijden, beiden overleden. Bij overlijden moet het bedrag uitgekeerd worden aan Elisabeth van der Loop, echtgenote van Jan van der Putten. Als borgen stellen zich Wilhelmus Daandel Verwegen en Wilhelmus Derks Verwegen, bouwlieden te Uden. (zie ook akte 12 en 46)

4 Antonij Hendrik de Wit, landbouwer te Uden, verklaart f 160,-- geleend te hebben van Daniel van de Weijmelenberg. Borgen zijn Dirk Evert Verhoeven en Peter Aard Verkuijlen, bouwlieden te Uden.