7700.65 Index schepenprotocol Veghel (7700.65)
90 Matijs Peters 'tegenwoordich president tot Veghel', oud ongeveer 50 jaren, verklaart voor schepenen van Veghel 'dat hij deponent op den 14en junij 1659 is comen varen van Den Bos comende op Den Dungen alwaer bij hem deponent is comen een met name Jacob Denis, inwoonder tot Schyndel. Verclaart hij deponent gehoort te hebben dat den knecht van den heere stadtholder ende den voorschreven Jacob waren woorden hebbende, dat den voorschreven Jacob van syn kerre soude gaen, comende achter hem deponent aenvaren.
Verclaert hij deponent gesien te hebben dat den voorschreven Jacob voor bij syns deponentts kerre was gaende, ende doen vorts comende, staende den voorschreven Jacob bij sijn eijgen kerre wachtende, hebbende een houweel in de hant, gelatende oft hij Corstiaen Gysberts off den jonckers knecht wilden smytten, welcke houweel hem ontnemende, hem deponent op de kerre langende. Vorts comende hem de houweel wederom nemende, springende tegens wil ende danck op syn deponentts kerre daer hij niet en wilde affgaen, off men most hem daer aff stooten. Siende hij deponent dat Corstiaen Gysberts den voorschreven jonckers knechts den meergenoempden Jacob waren nae lopende, ende tegens hem seggende: "Gy schelm, soudtt gij de leyns van de kerre trecken."
Ende doen hij deponent naer ’t rudtt kijckende, siende dat de leyns van de kerre was brengende den jonckers knecht de leyns die hij wederom voor de kerre was steeckende. Verclaart oock waerachtich te wesen dat den voorschreven Jacob doenmaels was vattende sijns deponents vaerlyndtt vant pert, tselve optreckende dat den wech niet ende cost gebruycken, treckende het peert vuytten wech, seggende: "Ick soude wel eenen op den cop smytten die de minsten op dencken soude," dreygende met de houweel in de hant hebbende, alsoo de kerre genukende, oversulcx joncker Johan Prouningh op de kerre sittende neffen juffrou van Gerwen ende hem deponent met sijn rappier hem genootsaeckt was hem te keeren.'
Verclaert hij deponent gesien te hebben dat den voorschreven Jacob voor bij syns deponentts kerre was gaende, ende doen vorts comende, staende den voorschreven Jacob bij sijn eijgen kerre wachtende, hebbende een houweel in de hant, gelatende oft hij Corstiaen Gysberts off den jonckers knecht wilden smytten, welcke houweel hem ontnemende, hem deponent op de kerre langende. Vorts comende hem de houweel wederom nemende, springende tegens wil ende danck op syn deponentts kerre daer hij niet en wilde affgaen, off men most hem daer aff stooten. Siende hij deponent dat Corstiaen Gysberts den voorschreven jonckers knechts den meergenoempden Jacob waren nae lopende, ende tegens hem seggende: "Gy schelm, soudtt gij de leyns van de kerre trecken."
Ende doen hij deponent naer ’t rudtt kijckende, siende dat de leyns van de kerre was brengende den jonckers knecht de leyns die hij wederom voor de kerre was steeckende. Verclaart oock waerachtich te wesen dat den voorschreven Jacob doenmaels was vattende sijns deponents vaerlyndtt vant pert, tselve optreckende dat den wech niet ende cost gebruycken, treckende het peert vuytten wech, seggende: "Ick soude wel eenen op den cop smytten die de minsten op dencken soude," dreygende met de houweel in de hant hebbende, alsoo de kerre genukende, oversulcx joncker Johan Prouningh op de kerre sittende neffen juffrou van Gerwen ende hem deponent met sijn rappier hem genootsaeckt was hem te keeren.'
Vervolg:
Getuigen: G. Roeffs, Melijs Gerijts van Dijperbeeck en Peter van Valderen, schepenen
Persoon in schepenakte:
Melijs van Dijperbeeck
Peter van Valderen
Matijs Peters
Den Bos
Jacob Denis
Corstiaen Gysberts
Johan Prouningh
G. Roeffs
Datering:
16-06-1659
Pagina:
256-258
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd