Archieven

246 Jan Leijten, 'president', en Goort Willems, 'borgemeester', en Jacob Boor, 'secretaris', mede optredend als gemachtigden van Laurens van Hoogenhuijse, Goijaert van Roij, Hendrick Jan Aerts, Dirck Paulussen, Ariaen Jan Martens en Willem van den Bergh, 'scheepenen', en Peter Laurensen van den Bergh, 'borgemeesteren', Hendrick Teunis Martens en Jan Jan Lamberts, 'armmeesteren', Jan Teunis Martens en Gerard Ansems, 'kerkmeesteren', en Laurens van den Bergh, Laurens Jan Aerts, Peter Hendrikx, Jan Peter Smits, Willem Penninx, Aert Jaspers, Aert Willems en Jacob Joorden Donckers, 'nagebuuren ende ingeseten des dorps van Erp', volgens de procuratiebrieven voor hen gepasseerd op 12-10-1685, hadden beloofd 750 gulden te betalen aan meester David Bel als voogd over de kinderen van Willem Reckens, verwekt bij Anna Maria dochter van Michiel Winters, zoals beschreven in een Erpse schepenbrief van 01-11-1685.
Wilhelmus Reckens, 'jegenwoordigh woonende tot Groningen', had dit tegoed van 750 gulden toebedeeld gekregen van wijlen zijn grootvader Michiel Winters, volgens deling op 04-05-1699 gepasseerd voor notaris Willem Mans en getuigen binnen Den Bosch, en met toestemming van de schepenen van den Bosch verleend op 20-05-1699 heeft hij het tegoed 'gecedeerd, opgedragen en overgegeven aan Harmen Bijmans.
Getuigen: Geraert Vermeulen en Marten Oppers, schepenen, en J. Boor, secretaris