Archieven

214 De weduwe Geertruijt Lambert Tijssen, geassisteerd door Tijs Lamberts en Dirck Henrickx van Eert als voogden over haar minderjarige kind verpacht aan Jan Jan Baltussen ‘huijs, hof en aengelach, groot ontrent anderhalf loopensaet’. Ook ‘euselvelt, groot ontrent twee karren hoijgewas’. Ook ‘ontrent drie loopensaeten int Aeckert’. Ook ‘streepken lants groot ontrent half loopensaet’. Ook ‘Rondtveldeken in de Aeckerse thiende, den huijrder bekent’. Ook ‘stuck teullants, groot ontrent drie loopensaeten opte Boeckt’. ‘Den huijrder sal onmundigen moeten onderhouden in cost en dranck van Pingsteren af tot St. Peter toe, mits dat hij sijn werck sal doen met consideratie daer van hij twee maenden sal mogen school gaen. Item reserveert voorschreven weduwe twee roede hof van de hof bij ‘t huijs’. Met verdere voorwaarden. Het goed is belast met jaarlijks: 4 vaten rogge ‘aen armen alhier’; 2 stuivers en 8 penningen aan Peter Thijs Lamberts, ‘mede verhuijrder in desen, om te geven aen rentmeester de Tombes’. Getuigen: Handrik van Kielsdonck en Ariaen Aert Goorts, schepenen, M. Niekens, secretaris.