Archieven

68 Geerling Jan Henricxen van den Groenendael, borgemeester, Cornelis Goorts en Gerard Janssen van der Heijden omtrent 28 jaar. Genoemde personen geven een verklaring op verzoek van Michiel Michielssen Haubraken uit Sint Oedenrode, die zich borg heeft gesteld voor Jan Henricx Brock als pachter van de tiende aan t’Eerde onder Rode, genaamd de Lege Eertse thiende. Ze hebben gehoord en gezien dat Michiel Michielssen Haubraken op gemelde tiende is gekomen op een zekere Gijsencamp. Ontmoette daar op het land van Grietien Jan Dircx opte Locht, uit Schijndel haar zoon. Verzocht hem om van het gemaaide gewas de tiende te maken. Claes Jan Dircx, haar zoon, zei dat hij dat niet wilde doen en voegde daar aan toe dat hij Michiel het hart niet had om het daaruit te halen. Michiel zei toen dat hij het wel zou doorgeven aan zijn rentmeester. Claes: “ick hebbe den bruij van U en van den rentmeester oock, daer heb ick gelts genoch toe ende perdt ende beesten, dat hij die alwech haelt daerom vercoopt gij de panden met die hij als gunder heeft”. Daarop kwam Grietien met de kar en alles werd daarop geladen en er bleef geen tiende achter.