Archieven

79 Bericht op een rekest van de regenten van Haaren en Belveren die om permissie vragen om hun moerachtige beemden te mogen uitmoeren. Genoemd wordt een zekere Freijs van de Voort die land had ingestoken zonder voldoende borgen aan te stellen. Er volgt nader onderzoek. Aan het einde staat: “…ondertusschen soo heeft het ondersoek nae[r] de voors. overtreders soo stil niet kunnen toegaen, of deze en geene hebben daervan de lucht gekregen en siende de duijstere wolck boven haer hooft hangen, waerdoor veele t’eenemael souden worden geruïneert’.