Archieven

1 Vandaag 30 november 1627 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Peters van de Brant oud ca. 71 jaar, inwoner van St. Michielsgestel, teulman van beroep en verklaart ten behoeve van Hendrick Doolvoet pastoor te St. Michielsgestel het volgende. De heer pastoor is sinds 1621 gerechtigd om voor de nieuwe landerijen de tiendes te ontvangen gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse genoemd het Cleijn Hemelrijck, eigendom van de weduwe van Pauwels Adriaens en van Jan Jan Claes en meer anderen, welke tiende steeds in het bezit van genoemde heer pastoor is geweest zonder daarover ooit lastig te zijn gevallen of verstoord behalve in de oogst van het jaar 1626 en 1627 toen een zekere Dirck Adriaens van de Ven en een zekere Joris Henricks als inwoners van St. Michielsgestel de heer pastoor hebben gehinderd in diens bezit en hebben een deel van die tiendes opgehaald onder voorwendsel dat zij pachters waren van de novale tiendes van de grondheer aldaar. De attestant verklaart nog dat hij deze genoemde tiendes als destijdse pachter van deze tiende voor de pastoor heeft opgehaald en er daarom mee bekend is. Aldus opgemaakt te St. Michielsgestel in aanwezigheid van Jan Lambrechts en van Jacop Wijnants als getuigen. Ondertekend : bij mij Jan Peeters, Jan Lambert Diercks, Jacop Wijnants, quod attestor H. Leermakers, openbaar notaris.

2 Vandaag 30 november 1627 verscheen voor mij notaris en getuigen de geachte Jan Lambrechts oud ca. 40 jaar wonend op Den Dungen, teulman van beroep die op verzoek van heer Hendrick Doolvoet, pastoor te St. Michielsgestel het volgende heeft verklaard. De heer pastoor als requirant is gerechtigd om de novale tienden te innen uit zeker nieuw land gelegen op Den Dungen ter plaatse genoemd de Locht eigendom van Geraerden Janssen Mulder, zonder dat de heer pastoor daarin ooit is belet geworden sinds dat die percelen zijn ontgonnen, nu meer dan 6 of 7 jaar geleden. behalve de laatste oogst van 1627 toen een zekere Dirck Adriaens zich kwalificeerde als pachter van de tiendes van de grondheer aldaar en de requirant in diens tiendrechten heeft verstoord. Deze persoon heeft toen een aanmerkelijke hoeveelheid van de tiendopbrengsten opgeladen. De attestant verklaart dat hij zelf deze novale tienden voor de pastoor steeds heeft opgehaañd samen met zijn medepachter, zonder dat ze daarin ooit zijn belet geweest. Aldus gepasseerd binnen Boxtel in aanwezigheid van Jan Peeters en Jacop Wijnants als getuigen. Ondertekend : Jan Lambert Diercks, Jacop Wijnants, bij mij Jan Peters, quod attestor H. Leermakers, notarius publicus.

3 Voor mij notaris en getuigen verscheen de eerzame Peeter Henricks oud ca. 45 jaar wonend te Boxtel en Rutgher Dircks oud 28 jaar ook wonend te Boxtel en hebben op verzoek van Jan Henrick Michiels verklaard dat een zeker zwartbruin merriepaard met een bles op het voorhoofd, een witte voet aan de achterste hand, is geworpen en grootgebracht te Boxtel ten huize van de requirant en is verkocht aan een zekere Lambert Geraerts Corsten wonend te Loon. De attestanten verklaren verder dat ze buurlui van de requirant zijn en er daarom van op de hoogte zijn. Aldus gepasseerd te Boxtel op 30 november 1627 in aanwezigheid van Henrick Peeters en Antonis Janssen als getuigen. Ondertekend : dit merk is van Peter Hendricks, dit merk is van Henrick Peeters, Rutger Dircks, dit merk is van Antonis Janssen, quod attestor H. Leermakers notarius publicus.

4 Vandaag 30 november 1627 verschenen voor mij notaris en getuigen de eerzame Aert Wouters van Tuijl oud ca. 70 jaar wonend te Gemonde jurisdictie van St. Oedenrode die verklaart op verzoek van Peter Jan Goijaerts als man van Willemke dochter van Geraert Mertens wonend te Helvoirt het volgede. Genoemde wijlen Geraert heeft aan hem attestant in het jaar 1614 in de maand juni of juli een zeker stuk akkerland verkocht gelegen te Gemonde in e jurisdictie van Boxtel voor de som van 150 gulden. De attestant verklaart dat hij ook nu nog dat stuk land in eigendom heeft en bewerkt en dat de verkoper het toen moest verkopen vanwege geld dat hij toen beter in Helvoirt kon beleggen. Verder is verschenen Mathijs Bartholomeussen wonend te Gemonde in de jurisdictie van St. Oedenrode die op verzoek van Peter Jan Goijaerts heeft verklaard dat wijlen Geraert Mertens aan Bartholomeus Goijaerts zijnde de vader van Mathijs die een rente van 9 gulden per jaar heeft verkocht, die hij had te vorderen van onderpanden te Boxtel en wel voor 150 gulden. Verder dat deze Geraert Mertens aan de kinderen van wijlen Jan Schellen een moerveldje heeft verkocht gehad, gelegen te Boxtel voor de som van 60 gulden. alles omstreeks de tijd ook van de verkoop aan genoemde van Tuijl. De attestant verklaart nog dat hij het bescheid van die rente zelf heeft gezien en het genoemde moerveldje heeft vernaderd. Dircksken weduwe van Henrick Schellen verklaart nog dat genoemde Geraert Mertens aan haar man destijds toen deze Geraert nog in Boxtel woonde, een behoorlijk aantal schapen heeft verkocht gehad voor de som van 108 of 110 gulden. Haar man heeft nog geruime tijd erna toen Gerart in Helvoirt woonde nog de rente voor die verkochte schapen betaald en daarna is ook die koopsom betaald geweest. Aldus opgemaakt in Boxtel in aanwezigheid van Jan Henrick Schellen en Peter Adriaens als getuigen.