Archieven

1 Missive van de Raad van Brabant op het rekest van Jacobus Janssen voogd over de minderjarige kinderen van Hermnina Janssen c.s. inwoner van Lage Mierde, Hendrik van den Oever uit Zeelst, Aalbert Jan Otten meester wielenmaker te Lage Mierde, Gerrit Zol c.s. uit Reusel en Peter Smets c.s. inwoners van Bergeijk in kwartier Kempenland die allen hebben verzocht om schadevergoeding vanwege het afbranden van hun huizen etc. met een overzicht van personen aan wie ook al eerder remissie is geschonken waarbij genoemd worden met het aantal jaren en de bedragen : de minderjarige kinderen van Herman Janssen, Jan Leysten, Lambert Verbaandert, de weduwe Jan Luycken, de weduwe Jan Francois Janssen, Paulus Keuchenius, Hendrik van den Oever, Aalbert Jan Otten mr. wielmaker, Gerrit Zol, Jacob Kerkhofs, Jan Michiel Joosten, de weduwe Cornelis van der Put, Pieter Smets, Jan Hendrick Schoonen, Willem Kusters, Baltus Tilborgs, en de kinderen van Jan Hermans.

2 Missive van Anth. Martini pensionaris der stad ’s-Hertogenbosch met het bericht over het overlijden van Mr. Jeremias Storm van ’s-Gravesande, Pieter Storm van ’s-Gravesande, en Leonard Smits en de aanstelling van Mr. Arnoldus Ter Croije tot secretaris der vrije heerlijkheid Oirschot en dat vier schepenplaatsen vacant zijn geworden waarop op 28 september 1762 zijn aangesteld tot schepen door de Ho: Mo: : Mr. Christoffel Molengraaf Juyn, Stephanus van Rosendaal Arntsz., Diderick Huygens en Mr. Dancker de Kempenaar.

3 Rapport van de heren belast met de Meierijse zaken op een missive van Mr. W. van der Esch advocaat fiscaal van Brabant als advies op een missive van de Bossche schepenen met een serie ‘notabele poincten’.

4 Missive van P.D.Santvoort gesubstitueerde van ontvanger Theussinck als reactie op de rekesten van Hendrick Drieling koninklijke inspecteur der accijnzen te Kleef en van Joachim Ferdinand Schouten a Sprankhuijsen predikant te Geffen en Nuland in kwartier Maasland met een verzoek om approbatie van de beurs van 150 gl. uit de fundatie van wijlen Hester van Grinsven volgens haar testament tbv van ‘haaren bloede’ op de 1e suppliants zoon Bertram Eberhard Willem Drieling, mitsgaders op de zoon van de 2e suppliant Jacobus Ferdinandus Schouten a Sprankhuijsen door Evert van Breugel aangestelde gifter en administrateur der beurzen, welke missie wordt doorgestuurd naar de generaliteitsrekenkamer; gevolgd door een rekest van Catharina van Echt [elders Eck] weduwe van wijlen Anthony de Sille wonende te Druenen verzoekende approbatie op de collatie van het jaarlijks inkomen van een zekere fundatie van Gerrit de Loyer door Jan de Loyer als collator op haar minderjarige zoon Henricus Eliza de Sille, welke missive wordt doorgestuurd naar de generaliteitsrekenkamer. – zie ook folio 77, 87, 95.309, 394