Archieven

1 Missive van de Raad van State op een rekest van Jacob Hanewinkel vorster der dingbank van Oerle en Meerveldhoven die om een vast traktement verzoekt in plaats van de diverse omgangen om nieuwjaarsgiften, kermisgiften, oogst en paaseieren etc.

2 Rekest van Johan Adolph van en tot Hardenbroek generaal major van de infanterie die is aangesteld tot commandeur te ’s-Hertogenbosch in plaats van luitenant generaal Deutz.

3 Rekest van Anthonius Spieringhs geboortig van ’s-Hertogenbosch rooms priester en pastoor te Loon op Zand [Venloon] in kwartier Oisterwijk inhoudende dat de roomse gemeente aldaar waaronder mede ressorteert die van Capel, Sprang en Vrijhoeve Capel gelegen twee uren van Venloon in de ‘provincie van Holland’ bestond in ongeveer 2400 communicanten die gewoon waren op zon- en andere kerkdagen hun godsdienst te komen uitoefenen gedeeltelijk in de kerkschuur te Venloon en gedeeltelijk in de kerkschuur op de zgn. Ketsheuvel welke circa een uur verwijderd ligt van de eerstgenoemde kerkschuur; op die dagen worden door de pastoor en zijn kapelaan beurtelings twee kerkdiensten gedaan met een behoorlijk interval van tijd ten einde de huislieden uit ieder huisgezin elkander konden afwisselen en alzo een bekwame gelegenheid hebben om, zonder hun woning alleen te laten, hun godsdienst konden belijden; dat de suppliant vanwege de uitgestrektheid van de parochie tot 1738 altijd twee kapelaans heeft gehad maar sinds 1742 dus ruim 30 jaren als pastoor maar een kapelaan en hij meldt nu dat hij door het klimmen der jaren en vooral door een bezetting op de borst en door de podagra waardoor hij af en toe wordt overvallen, zoals blijkt uit de attestatie van de medicine doctor Balth de Lame, zich hoe lange hoe meer minder in staat voelt zijn functie ten volle te kunnen uitoefenen, waarom hij een verzoek indient voor een rooms werelds priester als assistent; dit rekest wordt doorgestuurd naar de drossaard van Loon op Zand ter advisering aan de Ho: Mo:.- zie ook folio 121 rapport van de Haagse heren belast me tinhoud en uitvoering van reglementen en plakkaten en het moet dus gaan om een werelds priester en geen lidmaat van een geestelijke orde

4 Missive van Antoni Martini met de mededeling van het overlijden van Jan de Vlieger op 1 juni 1772 waardoor een schepenplaats vacant is geraakt waarin Mr. Hendrik de Roode is aangesteld door Zijne Doorluchtige Hoogheid de Prins Erfstadhouder die de eed moet afleggen op basis van het plakkaat van 10 december 1715 tegen corruptie etc..