Archieven

1 Missive van de commissarissen voor de generaliteitslanden Jordens, de Sandra Veltman, Lestevenon en Quyssen inhoudende dat op 29 juni binnen ’s-Hertogenbosch gekomen waren de kwartiermeesters van het regiment Waldeck dat zich te Tilburg bevond; de municipaliteit heeft hen via een commissie duidelijk gemaakt dat het volstrekt onmogelijk was om dit regiment in de barakken te laten logeren en ook de moeilijkheid om ze bij burgers te laten logeren vanwege het totaal gebrek aan brood en voor de militairen waren ook geen fournitures aanwezig en provisioneel zou het regiment in Tilburg moeten blijven en men wacht orders vanuit de Ho: Mo: af [discussie volgt]. – zie ook folio 1153

2 Missive van dezelfde commissarissen geschreven te ’s-Hertogenbosch inhoudende dat niet alleen uit de publieke nieuwspapieren maan ook uit de door de Ho: Mo: ingestuurde stukken reeds gebleken zal zijn, dat ‘derzelver gezag aldaar by continuatie niet erkent, ja zelfs gevilipendeerd word en dat men geen middel onbeproeft liet om langs allerlei wegen verkeerde oogmerken te hebben, dat zedert sy het Fransche Garnizoen aldaar in geld hadden beginnen te betaalen, sy wel vertrouwden, dat daar op staat konde woerden genaakt, doch dat het ook zoude noodig zyn dat met die betaaling wierd gecontinueert en sy hier toe al geheel buiten staat waren, vermits er wel assignaten maar geen generale penningen p[ ’s lands comptoiren voor handen waren; dat sy derhalven op het ernstigst insteerden, dat aan hun ten minsten eene som van zes duizend guldens ten voorsz. einde te rgoede rekening mogt worden overgemaakt, verwagtende dezelve zonder uitstel, wyl aan hun grootendeels de rust van gemelde stad, hunnen eigene personeele veiligheid en het bereiken van hun oogmerk afhing; dat sy wyders aan haar Hoog Mog: moesten voordragen, dat de zig noemende Vaderlandsche Sociëteit binnen gemelde stad verzogt hadde de geweeren en wapenenen, welke in den jaare 1787 de excerceerende leden uit de respectieve schutterijen aldaar waren afgenomen en zedert dien tyd op het stadhuis aldaar haddenb berust, te mogen terug te bekomen, dat de Fransche commandant Sauviac daar over eene missive aan de municipaliteit hadde geaddresseerd waar van een copie nevens hunne voorsz. missive was gevoegt; dat gemelde missive by de municipaliteit aldaar ingekoomen zynde, dezelve had kunnen goedvinden, die te stellen in handen van gemelde Sociëteit, hetgeen ten gevolge hadde gehad, dat op heeden eenige leden van gemelde Sociëteit zig by hun hadde vervoegt, en op een wyze die geenzints overeenkomstig was zelfs met die egards welke men aan particulieren verschuldigd was,

3 Reactie op het rekest van W.L.J. Spoor rentmeester der domeinen en geestelijke goederen in Cranendonk en Eindhoven van de Prins van Oranje over aangeslagen goederen door de franse overheid na de verovering en overgave van de stad ’s-Hertogenbosch [zie ook inv.nr.134]. – zie ook folio 1568, 2387, 2563

4 Rekest van Jan Willem Daniel de Jongh stadhouder van kwartier Kempenland en Willem van der Sleijden burger te ’s-Hertogenbosch en Jan de Jong secretaris te Lommel in hun kwaliteit als geoctroyeerden van de wagenposterij van ’s-Hertogenbosch op Maastricht [met details]. – zie ook folio 1391, 1649