Archieven

1 Rekest van Johan Kickpatrick gouverneur van ’s-Hertogenbosch die begrepen had dat ontvanger Kuchlinus niet in de generaliteitskamer had kunnen komen tot afdoening van de rekening van de gemene middelen over het jaar 1672.

2 Missive van de resident Sasburgh geschreven te Brussel met een bericht dat men hoopte dat een zekere Laurens Doudeleth die in detentie zat te ’s-Hertogenbosch ontslagen mocht worden en op vrije voeten gesteld kon worden. – zie ook folio 57 de vrouw van Doudeleth is Geertruyt Kuypers, zie ook folio 63 Doudeleth is te Brussel door de Cellebroeders verborgen gehouden, zie ook folio 69, zie ook folio 77 waarin vermeld werd dat men twee brieven had ontvangen nl. een van de Bossche schepenen en een van de stadhouder Cornelis tHooft van de 26e mbt de zaak Doudeleth die bij de Cellebroeders in Brussel is aangehouden en voorts dat genoemde stadhouder vier geestelijke personen heeft gearresteerd nl. N.Dolre en N.Nutius beiden jezuïet, eenen Jacobus capucijn en N. [blijkt Petrus te zijn] van den Bosch predikheer die op het stadhuis in bewaring werden gehouden, welke missiven worden doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken, zie ook folio 82, folio 93 waarin aangegeven is dat met name de priester Jacobus en Van den Bosch in een zware ziekte zijn vervallen zoals blijkt uit de verklaring van de doktoren van de gereformeerde religie en er wordt een bedrag genoemd van 10.000 gulden, folio 95. folio 123

3 Bericht van de gedeputeerden belast met de Meierijse zaken die een rekest hebben bestudeerd van de geunieerde regeerders en ingezetenen van de Meierij van ’s-Hertogenbosch die in een remonstrantie hebben aangegeven hoe miserabel de toestand in de Meierij is veroorzaakt door de brandschattingen van de vijand, defoules en uitkoop van passerende en repasserende troepen zowel van geallieerde als van staatse zijde.

4 Rekest van de schepenen en regenten van Hilvarenbeek in kwartier Oisterwijk inhoudende dat in oktober 1673 op orders van Zijne Hoogheid te behoeve van de militie trekkende uit de garnizoenen in campagne ten laste van hun gemeente hebben moeten leveren 14 karren waarvan 8 met 2 paarden en 6 met 1 paarden vermits de karren in het principaalste deel van de zaaitijd zeer schielijk naar de gedestineerde plaatsen moesten vertrekken zij die voor een hoge prijs hebben moeten aanbesteden nl. 10 tot 12 gl. voor een dubbele kar met twee paarden en 6 gl. voor een enkele en voor de voerlieden per dag 5 gl. voor een dubbele kar en 3 gl. 15 st. voor een enkele kar