Archieven

1 Missive van fiscaal Vleugels geschreven te ’s-Hertogenbosch omtrent het inwinnen van informatie betreffende de samenrottingen te Valkenswaard geschied in het ontweldigen van de paap Danckers.

2 Rekest van de regenten van Valkenswaard in kwartier Kempenland verzoekende dat haar Ho: Mo: hen gelieven te ontlasten van de militaire executie maar men gaat op dat verzoek niet in en daarom zullen de ruiters in Valkenswaard blijven totdat zij de paap Danckers en andere delinquenten wederom in handen van de justitie hebben overgeleverd.

3 Rekest van regenten en ingezetenen van Valkenswaard in kwartier Kempenland inhoudende dat het de supplianten ‘van herten leedt was’ dat zij niet genoeg gecontribueerd hebben gehad dat haar Ho: Mo: orders aangaande het gevangen nemen van paap Danckers beter geëxecuteerd zijn geworden , verzoekende dat haar Ho: Mo: de voorschreven misdaad aan de supplianten genadiglijk gelieven te vergeven en hen te ontlasten van de inkwartiering van ruiters; een kopie is doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken; gevolgd door een rapport van de heren Baer en andere gedeputeerden van de Ho: Mo: waarvan een kopie gezonden zal worden aan de Raad van Brabant i.v.m. de paap Jacob Danckers en naast hem worden ook nog genoemd Lambert Janssen, Adriaentje Jans de kwezel en Hendrik Biers die allen voortvluchtig zijn, mitsgaders alle anderen die bevonden zouden mogen worden betrokken te zijn geweest bij het ontweldigen van de paap Danckers.

4 Reactie op een rekest van regenten en ingezetenen van Valkenswaard in kwartier Kempenland met dezelfde informatie als hierboven staat aangegeven en er wordt melding gemaakt van een rekest van Johannes Aelstorphius predikant te Waalre en Valkenwaard en gevolg was dat de gouverneur van ’s-Hertogenbosch zal worden aangeschreven dat de ruiters die vanuit garnizoen ’s-Hertogenbosch waren ingekwartierd bij de paapse ingezetenen van Valkenswaard ten spoedigste uit Valkenswaard worden gedelogeerd en teruggaan naar hun garnizoen en vervolgens dusdanige orders te stellen dat de ruiter die de kwezel Adriaentje Jans die in zijn bewaring was gesteld heeft laten ontvluchten en daarover in detentie is genomen en in arrest mocht worden gehouden totdat haar Ho: Mo: daaromtrent een besluit hebben genomen; dat hij [de gouverneur] voorts bij de officieren die de genoemde ruiters hebben gecommandeerd nader zal informeren wie diegenen zijn die tegen de intentie van de Ho: Mo: aan enige ingezetenen van Valkenswaard geweld gepleegd en het hoofd opgehouwen hebben. – zie ook folio 48