Archieven

1 Rekest van de borgemeesters schepenen en raden van de stad Eindhoven in kwartier Kempenland competerende ZH de Prins van Oranje Nassau en de omliggende dorpen inhoudende dat genoemd stad een privilege had om jaar- en weekmarkten te houden welk privilege ze altijd vreedzaam had bezeten en waar de ingezetenen altijd vrij hun waren en goederen ter markt mochten brengen en de goederen die ze ter markt had ingekocht te mogen naar huis te mogen brengen zonder betaling van konvooien en licenten of daaromtrent aangifte zouden moeten doen; de Ho: Mo: hadden de helft van de konvooien en licenten uitgegeven in admodiatie en sindsdien waren de jaar- en weekmarkten verslapt en afgenomen en de officieren van de konvooien en licenten hielden vol dat men van alle inlandse goederen ook inlandse paspoorten nodig had en had men die niet dan werden de goederen aangeslagen [met details]. – zie ook folio 24, 387, folio 405, 494, 495

2 Rekest van het merendeel van gecommitteerden van kwartier Kempenland mbt het aanleveren van akten en documenten op basis van een resolutie van 29 december jl. ; een kopie wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.

3 Een eer uitvoerig relaas van de aanwezige gecommitteerden van de stad ’s-Hertogenbosch over het plakkaat van de ophef van de konvooien en licenten van 19 juni jl. art.20 waarin stond dat ze gevrijwaard waren van het halen van paspoorten [2 tekstkolommen]

4 Rekest van de gecommitteerden van de stad ’s-Hertogenbosch inhoudende dat zijn bij monde van admodiateur Nieupoort hadden begrepen dat hij conform de resolutie van de Staten Generaal van 17 november 1687 genomen op het rekest van de dekens van het handschoenmakersgilde en zeembereiders ‘contrarie der selver conclusie hadde geadviseert, alles tot tatale ruïne van soodanighe miserabale menschen de welcke zedert het invoeren van de nieuwigheden in de voors. requeste vermelt, hare vellen met meenighten onghevolt hadden moeten laten leggen en bederven en daar en boven nu over de ses weeken met hare knechts en arbeydts-volck ledigh blyven sitten, versoeckende om geallegeerde redenen, dat haer Hoogh Mog: insiende de noodt e groote onghelegentheydt van de voornoemde menschen, gheliefden op de voors. requeste favorabel te disponeren soo ende gelijck haer Hoogh Mog. op het uytvoeren van de wollen in veel minder noodt aen die van Tilburgh en Goirle by ’s-Hertogenbosch hadde gelieven te doen’.