Archieven

1 Rekest van Philip van Thienen Heer van Berlicum en Middelrode en Kaathoven in kwartier Maasland inhoudende dat de suppliant sedert de publicatie van de plakkaten op de uitvier van paarden richting de vijand hij grote kosten heeft gemaakt in het laten vigileren en oppassen om de contraventeurs en ook de bedoelde paarden die door zijn heerlijkheid passeren te achterhalen en aan te houden en dat hij op Kermisdag jl. door zijn stadhouder te Middelrode had laten achterhalen en arresteren 10 paarden die van geen paspoort waren voorzien maar de schepenen van Berlicum deden moeilijk t.a.v. de vonnissen [met details].- zie ook folio 22.

2 Rapport van de gedeputeerden belast met de Meierijse zaken op een rekest van Johan Klingh rentmeester van de goederen gelegen binnen de Meierij toebehorende aan het domkapittel van Luik i.v.m. het tiendrecht binnen Maren en Kessel.

3 Rekest van Jacob van Geelkercken lidmaat van de eare christelijke gereformeerde religie wonende te Veghel in kwartier Peelland die verzoekt hem te willen begunstigen met de vorstersplaats van Mierlo die vacant is vanwege het feit dat Frans van Bree is overgestapt op een militair dienstverband. – zie ook folio 73 eed aan handen van kwartierschout Alexander Soete de Laecke van Villers

4 Rekest van de arme ingezetenen allen van de Roomse religie van de vrijheid Hilvarenbeek in kwartier Oisterwijk inhoudende dat zij in het uitoefenen van hun godsdienst zich altijd in alle nederigheid en zedigheid hebben gedragen en naast hun buren, ook van de roomse religie, bij de respectievelijke officianten van haar Ho: Mo: hun contributie hebben bijgedragen, maar de kwartierschout van kwartier Oisterwijk doet moeilijk en pretendeert minimaal 35 gl. per jaar voor stadhouder Van Rotterdam en het was gebeurd dat de kwartierschout door zijn stadhouder een dienst op 27 december in hun bidplaats had laten verstoren pretenderende daarvoor een excessieve boete en heeft hen in dit koude winterseizoen verwen voor hun godsdienstoefeningen naar Rovert in het kwartier van Antwerpen omtrent een uur gaans van hun plaats Hilvarenbeek, maar ze waren allemaal heel arm en hadden bovendien het ongeluk gehad dat in het hart van hun dorp een fikse brand had gewoed en daarbij 35 of 36 van hun beste woningen in de as zijn gelegd buiten de schuren en ze verzoeken om gevrijwaard te mogen blijven van de opgelegde boete; een kopie wordt doorgestuurd naar kwartierschout De Ruyter.