Archieven

1 Missive van de ingenieurs De Roij en Pierlinck van de 30e augustus waarbij ze in overweging geven vermits de aannemer van het kruitmagazijn [pulvermagazijn] te Crevecoeur thans de rechtstaande muren heeft opgetrokken en dus met het slaan van het gewelf een begin staat te maken en of haar Ed: Mo: zouden gelieven goed te vinden dat het voorschreven gebouw in het aanstaande voorjaar zonder gewelf bleef staan, hetgeen tot welwezen van het werk is strekkende door dien de muren inwendig aan zo’n zwaar lichaam des te beter zouden kunnen uitasemen en drogen, te meer omdat het seizoen wat ver verlopen , waarvan de grootste reden is het ziek worden der arbeidslieden en het schaars bekomen van andere lieden, doch dat den aannemer nog dit seizoen liever zou willen voortgaan met de volle voltrekking doordat hij anders gefrustreerd blijft van zijn twee laatste termijnen, vermits het 23e artikel van het bestek meldt, dat de 2e termijn eerst zal worden betaald als het gewelf geslagen zal zijn en de laatste termijn als het hele gebouw voltooid is, doch dewijl alle materialen op en omtrent het werk zijn staande, zo zou onder het goedvinden van de Ed: Mo: aan de aannemer ter betaling van zijn ingekochte materialen de 2e termijn kunnen worden betaald en voorts met de verdere voltrekking tot het aanstaande seizoen supercederen, mits de aannemer de reeds gemetselde rechtstaande muren voor het inwateren als anderszins van boven met een strooien kap zal dekken; de raad conformeert zich met het voorstel van de ingenieurs

2 Rekest van Jan Schouw aannemer van het maken van een kazemat in het fort Crevecoeur met het daarbij gevoegde bestek en attestatie en die om een ordonnantie heeft verzocht van 50.180 gl. , als 5000 gl. wegens het voorschreven werk, blijvende als dan nog 800 gl. ingevolge het gemelde bestek voor een jaar onderhoud en 180 gl. wegens een gemaakt roosterwerk tot fundering van het gemelde werk

3 Rekest van het classis van ’s-Hertogenbosch verzoekende handopening tot het beroepen van een predikant op het dorp Den Dungen in plaats van de overleden predikant Van Sloot, welke handopening wordt verleend

4 Missive van luitenant generaal Constant de Rebecqúe op een schrijven van de magistraat over de verwijdering van alle vuiligheid uit de rivier de Dieze en het omslaan van de kosten op de eigenaars van huizen en erven – zie hierover inv.nr.358 bij folio 780