Archieven

1 Johannes Smulders en Thomas van Hirtum als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Piet Josep Tibos gaan over tot inventarisatie van de goederen. Onroerende goederen onder Berlicum huis, hof en landerijen onder Rosmalen, een weiland onder Den Dungen land en roerende goederen.

2 Jan Ceube van Gestel weduwnaar van Johanna van Heijnsbergen t.b.v. zijn 2 kinderen, met name: Annemie en Antonij gaat over tot inventarisatie. Alleen roerende goederen vermeld.

3 Hendrik Casteren van Cattenburch, Lieut Colonel van de Cavalerie van de Staat en Catharina Elisabeth van Beerensteijn geven te kennen dat er een scheiding is van tafel en bed en overgegaan moet worden van scheiding en verdeling der goederen. Onderling worden zaken vastgelegd, waaronder dat hij jaarlijks uit zijn lijfrente 1500 gulden aan zijn vrouw moet geven volgens contract van 9-7-1766 voor notaris J. A. van de Werre te ‘s-Gravenhage. De comparant moet bij overlijden van de comparante uitkeren aan zijn 2 dochters Henriette Christina en Sophia Jacoba Leonarda van Cattenburch, ieder f 150,- en een douçeur van f 50,- jaarlijks. Hij moet het onderhoud van zijn jongste zoon Otto van Cattenburch verzorgen. De comparant is voogd over de minderjarige zonen en de vrouwelijke comparante over de minderjarige dochter. Zij hadden op 10-9-1746 voor notaris Jacobus Johannes van de Laar te Breda akte opgemaakt betreffend voogdij en op 4-11-1768 voor schepenen van Monster gepasseerd.

4 Hendrik Casteren van Cattenburch, Lieutenant Colonel van de Cavalerie van de Staat en Catharina Elisabeth van Beerensteijn verklaren te machtigen Johan Theodoor Roijer, griffier en secretaris in 's-Gravenhage om in naam van de comparanten te verkopen 2 obligaties van ieder f 1.000,- ten laste van enige planters op de Deens en Amerikaanse eilanden St. Croix, St. Tomas en St. Jean verhandeld voor de neven Abraham ten Bosch en zonen en Gabriël Bourcourt en zoon.