Archieven

1 Willem Gijsberts en zijn vrouw Hermijn Jurriens, alsmede Hendrick Gijsberts, meerderjarig, verklaren f 150,-- schuldig te zijn aan Willem Bloemaerts en zijn vrouw Hendrina van Eldrum, wonend te Grave en stellen als onderpand een perceel bouwland te Heeswijk onder Cuijk. In de kantlijn is vermeld dat Hendrina van Elderom weduwe van Willem Bloemaerts, rente en kapitaal heeft ontvangen, zodat de schuldbekentenis is geroyeerd op 15-04-1732.

2 Gijsbert Willems en zijn vrouw Mechteld Willems; Peter Jansz Duijff en zijn vrouw Maria Willems verkopen voor f 22,50 aan Thijsken Theunissen Bongaerts weduwe van Willem Peters het 1/6 part van een perceel bouwland en bosland te Heeswijk onder Cuijk.

3 Lambert Willems en zijn vrouw Christina Gerrits, wonend te Beers verklaren f 200,-- schuldig te zijn aan Johan van Wanraij, burger van de stad Grave en stellen als onderpand een huis met schuur en aangelegen bouwland, genaamd den Steenacker te Haps, grenzend in het westen aan het erf van de Paters van St. Agatha en verder rondom aan de gemeente.

4 Procureur Rijnier de Haen als curator van de boedel van Egidius Engelen verkoopt voor f 100,-- aan Hendrick François Beeckman, bedienaar van het Goddelijk Woord te Cuijk een huis met alle vaste getimmerte en een moeshof te Cuijk, grenzend in het oosten en noorden aan de gemene straat, in het westen en zuiden aan het erf van Dirck Wijnandts. Hierop rust nog een schuldbekentenis dd. 22-01-1720 van f 260,-- ten behoeve van Hendrick François Beekman voornoemd.