Archieven

1 De gezamenlijke erfgenamen van wijlen Hendersken Jacobs weduwe van Jacob Jordens, met speciaal octrooi d.d. 20 maart 1712 van Adriaen, Baron van Lijnden ambtman der stad Grave en het Land van Cuijk verkopen een huis, schuur en Den Maeshoff met vier hollandse mergen bouwland aan de Brug onder Mill, oost de erve van scholtus de Quaij en voorts de gemene straten en Beek; twee mergen bouwland, genaamd De Melis, oost het erf van Willem Gerrits, zuid scholtus de Quaij west de heide en noord de Beek; een stuk bouw- en weiland, vier mergen groot, genaamd de Muijl, oost het erf van weduwe Jan Peter Geurts, zuid Wilbert Peeters, west de Vaardijk en noord de wetering, Afgehangen op 2500 gulden en gelopen op 1100 gulden, gemijnd bij Anthonij Verstraaten. Doet 25 hogen, Willem Aben 20 hogen, Gerrit van Dijck doet nog 20 en 10 hogen. (Akte stopt hier, niet verder afgeschreven).

2 Anthonij van Hemert en Baldina Mechteld van Stocheim echtelieden; Theodorus van Hoogstraten en Hester Maria van Stocheim, echtelieden verkopen een stuk bouw- en weiland groot drie mergen onder Mill aan de Crommendijk, met het ene eind het erf van Jacob Albers, anderzijds Peter Peter Driessen, ene eind het erf Theunis Willems Hoffmans, laatste eind de gemene straat. Afgehangen van 800 gulden en gelopen op 340 gulden, gemijnd bij Anthonij Verstraaten, doet 25 hogen en een vierdedeel lijcoop, geeft zijn voorhogen over, Anthonij van Hemert doet 5 hogen, Anthonij Verstraaten doet nog 1 hoog. Aert Dirkx Vos doet 5 en nog 5 hogen. Peter Jans nog een 1/2 hoog, is bij het uitbranden van de kaarsen aan dezelve gebleven, stelt tot borgen Jacob Aalberts en Willem Peters.

3 Jan Arts en Marij Dercks verkopen aan Hendrick Gijsberts en Judight Willems een huis en een stuk weiland, groot vijf verdel onder Mill, enerzijds naast erf van weduwe Jan Derix Vloet, anderzijds naast erf van Marij Hendrick Spanjars, ene eind schietende op het erf van Jan Aerts, laatste eind de Agterdijk op. En dat voor 76 gulden Hollands.

4 Jan Hermans verpacht zijn korenschaar en de vruchten te velde staand, met guldens ad 21 ½ stuiver en hogen van een daalder. Ten 1e vier lopen rogge en drie lopen boekweit op de Wolfsberg. Afgehangen van 40 gulden, gemijnt op 20 gulden bij Jan Lucassen, doet een hoog. Jacobs Jans nog een hoog, habet en stelt tot borg Jan Jacobs en Arien Ermers. Ten 2e Daar neffens 4 lopen rogge en 3 lopen boekweit, afgehangen op 45 gulden, gemijnd voor 22 gulden bij Jacob Jans, doet een hoog, Jan Lucassen nog een hoog, Jacob Jans nog een hoog, habet, borg als voorschreven. Ten 3e genaamd het Aalkens, bestaande uit 7 loop rogge en 1 ½ loop boekweit. Afgehangen op 40 gulden, gemijnd voor 24 gulden bij Wilbert Gerrits, doet een hoog, Jacob Jans nog een hoog, Wilbert Gerrits nog een hoog, habet . Borgen Peter Dirx en Dirck Peters. Ten 4e daar mede staande vijf lopen rogge en 1 ½ loop boekweit, afgehangen op 45 gulden , gemijnd op 26 gulden bij Jacob Jans, doet 4 en 2 hogen, Wilbert Gerrits nog een hoog, habet. Borgen als voorheen.