Archieven

1 Wij, Mr. L.F. de Raet Drossard en Schout en J.B. Hengst Hofrichter en ondergetekende schepenen en hoflaten verklaren dat voor ons gekomen zijn Godefridus van Merwijk en Joanna Willems echtelieden welke schuldig zijn aan de Heer G.J. van Sasse vijfhonderd gulden met als onderpand hun huis, hof en land alhier op het Sand, groot ongeveer twee mergen en 41 roeden en 93 roeden land in de Rijffelaar. Tot borgen stellen zich Henr. Wouters en Frans van Merwijk. De akte is getekend door L.F. de Raet, Joan Bapt. Hengst, Johan van Dijk mede als hoflaat, P. vd. Heuvel mede als hoflaat en F.W. de Both als landschrijver. In de kantlijn: Deze schuld is geroijeerd op 31 januari 1781.

2 Wij, J.B. Hengst Hofrichter en ondergetekende hoflaten der Hooggraaff. Boxmeerse Hofkamer verklaren dat voor ons gekomen zijn Matthijs Tillemans en Maria Anna Roes echtelieden welke hebben verkocht aan Peter van den Berg en zijn vrouw een stuk bouwland, groot ongeveer 79½ roeden aan de Molenweg grenzend o.a. Rut Brienen. De akte is getekend door Joan Bapt. Hengst, Johan van Dijk, Rutgerus A. Biedijckx en F.W. de Both als landschrijver.

3 Wij, Joan Baptist Hengst Hofrichter en ondergetekende hoflaten der Hooggraaff. Boxmeerse Hofkamer verklaren dat voor ons gekomen zijn Joseph Koppens en Petronella Verhaard echtelieden welke hebben verkocht aan Peter van den Berg en zijn vrouw een stuk bouwland alhier binnen de Vrijheerlijkheid Boxmeer aan de Molenweg, groot ongeveer 79 roeden. De akte is getekend door Joan Bapt. Hengst, H.J. van Anrae, Johan van Dijck en F.W. de Both als landschrijver.

4 Wij, Mr. L.F. de Raet Drossard en Schout en ondergetekende schepenen der Hooge Vrijheerlijkheid Boxmeer verklaren dat voor ons gekomen zijn Joseph Berns en Wendelina Hubers echtelieden, Hermannus Linsen en Bernardina Berns echtelieden, Jan Caris en Maria Anna Berns echtelieden, mede namens hun afwezige broer Jan Berns welke verklaren gezamenlijk schuldig te zijn aan hun zwager en zus Peter Couchet en Joanna Catharina Berns echtelieden duizend gulden, welk kapitaal gebruikt zal worden voor het aflossen van zevenhonderd gulden aan de Kruisheren te St Agatha, een honderd gulden aan Margreet Koenen en de overige tweehonderd gulden wegens een kapitaal welke voornoemde Peter Couchet en Joanna Catharina Berns echtelieden aan onze boedel nog te vorderen hadden. Onderpand het huis en hof genaamd de Sterre aan de Steenstraat. De akte is getekend door L.F. de Raet, J. Hermans, A. van Raaij en F.W. de Both als landschrijver. In de kantlijn: deze schuld is geroijeerd op 4 juli 1809.