Archieven

118 Op verzoek van Mechel van Lottum gehuwd met Gerardus Emanuel Bakker, kleermaker te Overlangel; Regina van Rooij gehuwd met Peter Vergeest, bouwman te Beers; Maria van Lottum gehuwd met Theodorus Zegers, bouwman te Oeffelt; Erdina van Lottum , particuliere, weduwe van Pouel Vergeest, wonende te Beers; Adriana van Lottum, zonder beroep te St. Agatha; Helena van Lottum; Francis van Lottum; Petronella van Lottum; Johanna van Lottum; allen bouwlieden te Cuijk; openbaar verkopen van onroerende goederen. Het betreft een huis, schuur, bakhuis, moeshof en aangelegen bouw- en grasland aan de Hoenderberg te Cuijk, alsmede enkele percelen bouw- en weiland, genaamd de Langen Loop, de Heij en de Bulk te Cuijk en de Kop en den Hoogen Bulk te Heeswijk. De verkopers aangekomen uit de nalatenschap van hun ouders Mathijs van Lottum en Maria Opsteeg. Zie akte 123.

120 Johannes Jansen, arbeider te Boxmeer, voor zich en als gevolmachtigde van zijn meerderjarige dochter Elisabeth Jansen, dienstmeid te Nijmegen en Peter Jansen, bouwman te Boxmeer, verklaren f 200,-- schuldig te zijn aan het r.k. armenfonds van Boxmeer. Als borg stellen zij een perceel weiland gelegen op het Ham te Boxmeer. Akte van volmacht is bijgesloten.

121 Anna Maria Voets, wonend te Boxmeer, benoemt haar man Peter Kelders, tot universeel erfgenaam.

122 Johanna Joosten, wonende te Boxmeer, benoemt haar nicht Elisabeth Joosten, dochter van haar broer Adrianus Joosten uit huwelijk met Maria Verstraten, wonend te Halen bij Roermond, tot universele erfgename.