Archieven

297 De burger Matthias Geeradts, gewezen koopman te ’s-Hertogenbosch, zich thans bevindende te Grave machtigt de heer Th. Visschers, woonachtig te Kleef om zijn boedel tot liquiditeit en effening te brengen.

298 Hermanus Gerrits, koopman te Grave en Anna Maria Arts, echtelieden machtigen de procureur J. H. Jongendijk te transporteren een hooi- en weikamp genaamd de Koekamp alhier in de Mars, zijnde belend enerzijds het Diaconiekampke en anderzijds bij de Hoekcampen aan en ten behoeve van Derk de Goeij en Maria van Mullecom, echtelieden, door hen op 9 maart van dit jaar van de comparanten gekocht voor drieduizendvierhonderd gulden.

299 A. L. Krieger gehuwd met Henrietta Buse, wonende in de kolonie de Barbice geeft te kennen dat hij en zijn vrouw uit hoofde van hun gedurige onenigheden waarin zij met elkander hadden geleefd en om de gevolgen van grotere rampen, die hieruit wellicht zouden kunnen geboren worden te voorkomen, zich gerechtelijk te doen scheiden van tafel, bed en bijwoning in goederen en dat deze separatie op 5 april 1800 was geschied; Hij verklaart dat de verwijdering tussen beiden, alsmede de grote verschillendheid hunner neigingen, hem overtuigt van de volstrekte onmogelijkheid ener reconciliatie en dat hij dan ook meent rondborstig te moeten verklaren dat hij zich nimmer meer met zijn vrouw zal herenigen en met haar in de echt te leven, doch haar voor altijd te verlaten en aan haar eigen lot over te geven; Tevens is zij geheel en al vrij een ander huwelijk aan te gaan.

300 Jacob Gerard Torsinck, wonende te Grave, als erfgenaam van zijn vader Willem Torsinck, in leven geweest zijnde substituut rentmeester van het St. Catharinagasthuis te Grave machtigt meester Gaspar de Kesschietre van Havre, advocaat, wonende te Boxmeer, om alle mogelijke pretenties en invorderingen te bekomen jegens en ten laste van het voornoemde gasthuis.