Archieven

1 Adrianus van Grinsven; Boudewijn van Grinsven; Gijsbertus van Grinsven; Gijsbert Gerardus van Maaren, allen wonende te Lith verklaren te willen gaan verdelen, wat hun oom Ariaan van Grinsven aan hen heeft nagelaten. Het betreft land op de Litse Akkeren; land in de Engwijkse hoeve; schaar op Jan Geerdsweerd over de Maas; perceel Maasdijk onder de schouw van Lith; land in den Eng; land in de Middegaal; land in de Wortelen; houtpas in Meesterbeemden; land in de Viermergen.

2 De erfgenamen van wijlen Magdalena van Alem weduwe van Adriaan van Grinsven: Nicolaas van Alem ter eenre en Jacobus Boonen en Ruth Romijnders ter andere zijde; de twee laatsten als aangestelde voogden 15-7-1796 door wet te Lith over de minderjarige kinderen van wijlen Henricus van Alem bij Hermina van Grinsven, met namen Elisabeth, Maria Anna en Adrianus van Alem, allen wonende te Lith willen overgaan tot verdeling van nalatenschap: land in den Heuvel;in de Agterste Vergezenhoef; land in Janshoef; land op de Zaaijweerd; land in de Liensvelden; land in de Heesakker.

3 Cornelis van Roosmaalen, wonende te Lith benoemt tot universeel erfgenaam Piet van Heumen en Alegonda van Roosmaalen, echtelieden wonend te Lith.

4 Maria Anna van Lith, wonende te Lith en Willemijna van Lith, wonend te Maren, thans te Lith tegenwoordig maken testament op langstlevende.