Archieven

1 Thoniske weduwe Reijndert Anthonisse, sieck sijnde naerden lichame, maakt haar testament. Zij legateert de armen van Lith 2 rixdaelders eens; de kerck van Lith 7 stuijvers eens, uijtgereijckt te worden naer doot van haer testatrisse. Voorts casserende doot ende te niet doende alle voorgaende testamente die sij voor datum deses heeft gemaeckt ende namentlijck het testament gepasseert op 3-12-1662, niet willende dat tselve naergecomen ofte achtervolght werde als tselve bij desen annulerende, stellende ende willende vorders dat alle het gene sij vercoft, opgenomen ofte geworven heeft bij de gelijcke kinderen voor goet ende van werden sal gehouden worden ende bij soo verre ijmant van haere kinderen, kints kinderen, ofte andere erffgenamen wiet soude mogen wesen daer tegens quame te obtineren ende woude sustineren dat tselve niet validelijck en was als wesende tochtgoet de selve opposante ende onwillige sluijt sij uijt van alle haere goederen, dien sij aengecoft heeft en daer sij tegenwoordigh meestersse van is met de somme van 3 gulden eens. Item wil ende begeert dat van de studie van Geurt haren soon geen verwijt sal wesen ende dat de ongetroude sullen haer uijtsetsel hebben als de getroude ende dan even diep ende droogh delen deselve noemende ende stellende voor hare universeele erffgenamen. Aldus gemaeckt ende gepasseert binnen Lith ten woonhuijse van haer testatrice ende bij de selve onderteeckent neffens Jan Jansen van Nouhuijs ende Jan Geritse als schepenen in Lith daertoe versocht. Was onderteeckent: Tunnisken Reijnders; Jan Jansen van Nouhuijs; Jan Geritsen; J. v. Collema secretaris.

2 Voor Jan Jansen van Nouhuijs en Jan Geritse, schepenen in Lith, is verschenen Jan Driesse wonende tot Mare. Als langslevende ziet hij af van de tocht int vierde part van 10 hont lants in Lith ter plaetse genoemt inde Hooge Hoeve, belendingen: Jan Jan Hense de Veer; erfgenamen Eijmert Hanrix de Kock; den tientwegh; de henghstraet; ten behoeve van de kinderen Hanrick Jacobs van Vucht.

3 Voor Jan Jansen van Nouhuijs en Jan Geritse, schepenen in Lith, is verschenen Suetie Wouters. Deze verkoopt aan Jacob Wouters 2½ hont lants in Lith ter plaetse genoemt de Hooge Houtrecht, belendingen: Hanrick Ghijsbert Geurts; de kerck van Lith; de Litteren graeff; Huijgendel. Koper moet hieruit onderhouden ¼ van een voet een duijm voorbij den armen hoff bovennaest Hanrick Geurt Jan Damen; de helft van 10 voet tegens Aert Gosens hoff bovennaest Hanrick Lamberts Clingh benedennaest Geertie Wouters; de helft van 4,75 voet inden nieuwendijck inde Waij bovennaest Jan Janse de Veer, benedennaest Geertie dochtere Wouter Dirck Jansen, alles onder de schouwe van Lith; aen de giltbroeders van Barbere ¼ van 28 stuijvers jaerlijcx. Verclaren de cooppenningen maer te sijn 30 gulden.

4 Voor Jan Jansen van Nouhuijs en Reijndert Janse, schepenen in Lith, is verschenen Gerit Delis Lamberts de Wilt. Deze verkoopt aan Jan Teunisse van Rossum 4 hont lants in Lith ter plaetse genoemt de Wester ackeren, belendingen: Lambert Hanrick Janse c.s.; Aelke Jacob Remmets tochtersse; den breden wegh; Gerit Reijnders. Koper moet hieruit onderhouden eenen voet maesdijck bovennaest Willem Delissen, benedennaest Ghijsbert Hanrix Storm; item tegen den armer hoff 5 voeten maesdijck bovennaest Rijck sone Jan Jan Henrix, benedennaest Aelke weduwe Lambert Lambertse Clingh tochtersse; item teijnden Biekens hoff 7½ voet maesdijck bovennaest Lijske weduwe Peter Rommen, benedennaest Peter Jan Peter Elissen; item t'eijnden Lambert Hanrick Jansen hoff 7½ voet maesdijck bovennaest Claes Gorissen, benedennaest Mettie Aerts; item t'eijnde de Achterstraet 3 voeten maesdijck bovennaest Claes Gorissen, benedennaest Hanrick Lamberts, alles onder de schouwe van Lith.