Archieven

1 Joannes van Asten, wonende te Herpen, verklaart op verzoek van de heer cornet S. de Cassemajor, dat op 6-7-1778 in zijn huis is aangekomen, de heer G. Cuijpers, die zei dat hij uit ’s-Hertogenbosch was gedeserteerd en hij had een meisje bij zich. Cuijpers had ook een paard bij zich, waarvan hij zei dat het van zijn kameraden was. Hij had die uit de wei gehaald. Hendrik Pleijter, wachtmeester onder het regiment van de heer generaal Baron van Tuijl van Serooskerke, verklaart dat hij op 7-7-1778 naar Herpen is gekomen. In het huis van Joannes van Asten trof hij de genoemde Cuijpers met het meisje en het paard aan. Aan hem verklaarde Cuijpers dat het paard van zijn kameraad Surus Stevens was. Akte opgemaakt voor notaris H. de Groot en de getuigen Joseph van Deenen en W. van de Burgt.

2 Jacob Smeijers is overleden met achterlating van een weduwe en drie minderjarige kinderen. Jan Schicks, wonende te Reek en Hendrik Smeijers, wonende te Etten, worden door de familie gekozen als mombers. Omdat Hendrik Smeijers zo ver weg woont, mag notaris H. de Groot namens hem optreden. Akte opgemaakt voor notaris H. de Groot en de getuigen L. Schicks, pastor in Wamel en Jan Baltesen.

3 Jan Wilm van Hoogstraten aan de ene kant en Anna Maria Aalberts, weduwe Christiaan van Wijk, geassisteerd door Aart Jacobs aan de andere kant, sluiten een akkoord over het kostgeld en openstaande rekeningen. Zij verklaren allebei dat alle rekeningen zijn vereffend. Akte opgemaakt voor notaris H. de Groot en de getuigen Gerardus Olimulen, schepen en Joannes Tijssen.

4 Notaris H. de Groot en getuige Gerit van Oort gaan naar het huis van Jenneken, weduwe Cornelis Brants, zijnde ziekelijk. Zij verklaart dat haar zoon Wilbert Brants en zijn vrouw de rekeningen voor de huishuur en landpacht tot aan 1-5-1778 volledig hebben betaald. Wilbert en zijn vrouw blijven voor Jenneken zorgen qua kost en kleding. Verder is Wilbert nog 25 gulden schuldig aan zijn moeder.