Archieven

1 Hendrina Verbruggen, thans onder Herpen te Overlangel wonende, machtigt Cornelis van der Sluijse, mede wonende te Overlangel, om haar erfportie in ontvangst te nemen uit de nalatenschap van haar zus Catharina Verbruggen, overleden te Antwerpen of elders. Opgemaakt voor Henricus de Groot, openbaar notaris te Herpen en de getuigen Jacobus de Bruijn en Jan Hendriks.

2 Arnoldus van den Bergh, gezond en zijn vrouw Johanna Rutten, zwak van lichaam en ziek op bed liggend, wonende te Huisseling, legateren 50 gulden aan de pastorie te Huisseling voor zielmissen en inschrijving op het Zielboek. Ze maken een testament op de langstlevende. Na dood van de langstlevende gaat de boedel in twee helften naar de bloedverwanten van beide kanten. Opgemaakt voor Henricus de Groot, openbaar notaris te Herpen en de getuigen G.F. van Stockheijm en Nicolaas van Vechel.

3 Peter Hendriks en zijn vrouw Agnes van de Bolt, die ziekelijk is, wonende te Velp, geven hun gesloten testament in bewaring bij de notaris. Opgemaakt voor Henricus de Groot, openbaar notaris te Herpen en de getuigen Gerardus Engelbaarts en Joseph van den Acker.

4 Jacobus Cornelissen, jongman en Petronella Hendriks van Son, weduwe hebben voor hun huwelijk huwelijkse voorwaarden opgesteld. Ze maken een testament op de langstlevende. De kinderen uit het eerste huwelijk van Petronella, met wijlen Jacobus Janssen, te weten Jan Jacobussen en Jacoba Jacobussen, zullen in de erfenis gelijk delen met de kinderen die uit dit huwelijk geboren zullen worden. Als er geen kinderen uit dit huwelijk komen, dan erven de voorkinderen alles. Als de voorkinderen eerder overlijden dan de langstlevende, dan gaat de erfenis in drie delen naar de vrienden van de bruidegom, van de bruid en van de overleden Jacobus Janssen. Jan Peters is momber over de minderjarige kinderen. Opgemaakt voor openbaar notaris Gerhard Vermeulen en de getuigen Evert Sibbers en Jan van Grunsven.