Archieven

1 Jan Aert Henricks, jaargeding 19 februari 1625, aanlegger
Corstken dochter van Henrick Henricks als vrouw van Jan Janssen, gedaagde
Adriaen Wouters, gedaagde
Jan Joost Henricks, aanlegger
Jacob Daniels interventeur voor Jan Jacobs, gedaagde
Gerart Ariens Verdussen, aanlegger
Dingne weduwe van Wouter Joosten, gedaagde
Jan Peter Janssen, aanlegger
Jan Jan Adriaens, gedaagde
Jan van Rooij, belendend erf op Vorstenbosch

2 Marijke weduwe van Jacob Matheussen, contradictrice
Jan Willem Jan Goossens, geinthimeerde
Emont Janssen Conincx, aanlegger
Claes Willem, Blocx, gedaagde
Jan Ariens van Gemert, is op 3 maart 1625 als voogd aangesteld over Jutken dochter van Arien Janssen van Gemert en heeft op 1 maart de eed afgelegd.
Jan Wijnen en Rut Willems, schepenen Dinther 1625

3 Jan Aert Henricks, aanlegger, geding 5 maart 1625
Corstken dochter van Henrick Henricks, gedaagde
Arien Wouter Joosten, gedaagde
Jan Joost Henricks, aanlegger
Jacob Daniels, interventeur voor Jan Jacobs als gedaagde
Geraert Adriaens Verdussen, aanlegger
Dijmpna Ariens Verdussen, gedaagde
Jan Jan Adriaens, gedaagde
Marijke weduwe van Jacob Teeuwens, contradictrice
Jan Willem Jan Goossens, geinthimeerde
Emont Janssen, aanlegger
Claes Willem Blocx, gedaagde

4 Jan Jan Ariens. Op 5 maart 1625 is de secretaris van Dinther ten diens huize geweeest om hem te vragen of hij aan jonker Johan ter Heerenhaeffe een kwitantie wil geven voor de 400 gulden, verder voor 100 gulden en voor 60 gulden, die Jan Janssen (Ariens) van jonker Johan had ontvangen uit een obligatie. Jan Jan Ariens heeft daarop geantwoord dat hij dat geld in mindering heeft ontvangen op een uitstaande schuld en daarvoor geen kwitantie wil geven, behalve als aan hem het volledige vonnis wordt voldaan. Als secretaris heb ik daar protest over ingediend.
Jan Jan Aerts, schepen Dinther 1625
Peter Bogaerts, schepen Dinther 1625
Reijnier Moors, secretaris Dinther 1625
Jan Wijnen en Peter Bogerts als schepenen te Dinther verklaren dat Jan Jan Ariens uit handen van Peter Bogaerts, namens jonker Jan van Heerernhaeff, 400 gulden heeft ontvangen.
Peter Bogearts verklaart dat hij nadien aan Jan Jan Adriaens vanwege jonker Johan ter Hererenheaff, de som van 100 gulden en nog 60 gulden heeft betaald, alles op een obligatie van 500 gulden waarvoor Jan Jan Adriaens een vonnis heeft verkregen. Actum als voor.
Lambert Cost Otten, verklaart van Ot Costen zijnde zijn broer, de som van 25 gulden te hebben ontvangen waarvoor hij hem jaarlijks 6 % rente zal gaan betalen. Actum 6 maart 1625.
Dierck Jan Pennincks, schepen Dinther 6 maart 1625
J. van Craenven, secretaris Dinther, 22 mei 1630, in marge