Archieven

1 Bovenste gedeelte van de folio een akte die niet volledig is met de vermelding van: aen Joncker Godart de Merode 1 mud garsten. Testes Goijart Janssen, Peter Huijberts.

2 Aen Corstiaen zoon van Jan Justen alias Cuppens man ende mombair van Oeiken sijne huijsvrouwe dochter van wijlen Aelbert Jacob Aelbertssen heeft vercooft aen Peter zoon van wijlen Jost Horricxssen, sijne allinghe portie ende gedeelte als die selve als man ende mombair sijnder huijsvrouwe is competerende in seeckere erffenisse van lant, sant, weijvelt, hoijlant etc. Gelegen in Sint Oeden Roede op Oistaijen. Ende deselve aengecomen ende aenverstorven van wijlen Mariken Jacops henne moije. In de marge vermelding van: als oijck desen selve aengecomen ende aenverstorven van wijlen Elijsabeth Dirckx Joosten? sijne huijsvrouwe voirschreven moije.

3 Thomaes zoon van Matijs Corstianssen wittighe man ende mombair van Cornelia sijn huijsvrouwe dochter wijlen Jan Corstiaenssen verweckt bij wijlen Margreta sijn huijsvrouwe dochter wijlen Marten Zegerssen, heeft vercooft Corstiaen soene Jan Corstiaenssen … sijn alinghe portie competerende. Aengecomen ende aenverstorven van wijlen Anriessen soene Jan Corstiaenssen voirschreven hennen broeder buijten landich.

4 Marten soene Reijnder Dobbelijns ende wijlen Annen sijn huijsvrouwe dochter wijlen Gerart van Boirt naegelaeten weduwer wijlen Maria sijnen huijsvrouwe, dochter wijlen Thomas Peterssen, vuijt crachte van testamente bij den selven heren Martenen Reijnder soene Jans van Antwerpen ende met hem Daniel als man ende mombair van Maria sijn huijsvrouw, kijnderen ende erfgenamen Jans van Antwerpen voirschreven, verweckt bij wijlen Anna sijn huijsvrouwe oijck dochter wijlen Reijnder Martens ende wijlen Anna voirschreven, ende die selve soe voir hem selve ende mede hem fort ende sterk maeckende voir Elijsabeth henne suster absent ende noch onmondigh sijnde. Te saemen kijnderen wijlen Reijnder Marten ende wijlen Anna voirschreven. Hebben vercooft aen Hanricken soene wijlen Hanrick Spierinckx die hellichte van een huijs, hofstadt, hoff ende den put met den halven ganck .. vander straete tot …. gelegen is. Soo tselve huijs, hofstadt ende hoff aldaer gelegen is te weeten die hellchte te lancht opte deijlen, de sijde naest den huijse hofsteede ende erve Jan Jacop Goijaertssen gemeijnlijck genoempt die geheele huijsinghe den Groten Hasewijnt ende den selve aengecomen ende aenverstorven van wijlen henne ouderen voirschreven.