Archieven

1 Petrus Ketelaars Theodoruszoon, landbouwer te Erp bekent schuldig te zijn aan Joanna, Joannes, Maria, Wilhelmus, Johanna Maria en Francisca Maria van Thiel, bakkers en winkeliers te Veghel, de eerwaarde heer Josephus van Thiel, theologant in seminarie te Haaren, vertegenwoordigd door zijn vader Peter van Thiel, bakker en winkelier de som van 4000 gulden. Waarborg: landbouwershuis etc. in Veghel sectie A 686 2510 2516 2517 2520 1658 265 263 696 677 678 679 2879 2881 2883 en 2885.

2/5 Johannes Dobbelsteen, landbouwer te Heeswijk, mede voor Anna Maria van Elswijk de weduwe van Hendricus Dobbelsteen en haar minderjarige kinderen Adrianus, Hendricus en Marianus Dobbelsteen met Gerardus Dobbelsteen als toeziende voogd; Lamberta Dobbelsteen; verder Lambertus, Martinus, Adrianus, Adriana en Martha van Zutphen, allen wonende te Heeswijk; Jan van Zutphen, landbouwer te Veghel; Jacobus van Zutphen, koopman en zijn minderjarige dochter Ardina bij wijlen Wilhelmina van Boxmeer; Ardina van den Tillaart weduwe Lambertus van Zutphen te Dinther en haar minderjarige kinderen Theodorus, Jan, Adrianus, Hendrica, Gerardus, Johannes, Martinus, Franciscus, Wilhelmus, Maria en Gerardina met Martinus van Zutphen als hun toeziende voogd en tevens gevolmachtigde voor Hendricus en Petrus beiden wonende te Dinther en Hendicus van Zutphen, wonende te Veghel. Deze laatste mede voor zijn zuster Johanna Ardina Maria van Zutphen als ook voor Willem en Lambertus van Zutphen; Hendricus Jochijms, molenaar te Veghel. Samen verkopen ze land te Veghel in de Putten sectie A. 1702 t/m 1705, 895, 896, 897 en in Oostdubbelen A. 2022, in de Amert A.2401 en 2402 en dennenbos te Heeswijk sectie B.2028.

3 Antonius Gruijthuijzen, kuiper te Veghel bekent schuldig te zijn aan Antonius Petrus van Hout, koopman te Veghel de som van 1000 gulden. Waarborg: een huis van twee woningen aan de Beukelaar te Veghel sectie B. 1409 1583 1408 en 1582.

4 Openbare verkoop van goederen op verzoek van de eigenaresse Adriana Koekebakker, arbeidster te Veghel.