Archieven

1 Hendrik van Casteren burger te ‘sBosch dient een supplicatie in waarin hij verklaart dat hij een rente van 25 gulden bezit uit de gruit van ’s-Hertogenbosch en uit de tol van Lith, genoemd ‘loodt ende geleijde’ met het verzoek rentmr. de Fresne opdracht te geven de achterstallige betalingen te doen

2 Supplicatie van Jonker Willem van Boshuijsen zoon van wijlen Jonker Niclaes van Boshuijsen die een rente heft van 15 gouden florijnen of overlense guldens op Sint Jan Baptist uit een huis te ‘sBosch in de Zadelmakersstraat, die jaarlijks worden betaald met 40 gulden. De constitutiebrief is van 28 augustus 1459. Het huis is later stadswaag van Den Bosch geworden – 2 december 1632. Inliggend een kopie van de latijnse akte uit 1459 waarin het huis genoemd wordt in de Zadelmakersbuurt en duiken de namen op van Rutger van Erpe, Rutger van Arkel en Arnoldus Beerwout, de belendende percelen van o.a. Henricus van Os junior, Petrus Brugman. Inliggend een extract uit een scheiding en deling gepasseerd voor heren schepenen van Aarle bij Beek in 1627 ondertekend door secretaris Verbeeck m.b.t. het huis en waag in de Zadelmakersstraat van wijlen Rutger van Erpe met weer een verwijzing naar de akte uit 1459, waarin ook Juffrouw Catharina Monicx wordt vermeld.

3 Request van Geraert van Zoemeren advocaat te ’s-Hertogenbosch in verband met de gruit van ‘sBosch en de tol van Lith

4 Supplicatie van Geraert van Zoemeren advocaat in ’s-Hertogenbosch in verband met een rente van 7 gulden op Mr. Henrick Kuysten uit het jaar 1552, daarna op naam van Hendrick van Orten, vervolgens op naam van Nicolaes Geraertssen van Zoemeren de vader van genoemde suppliant gepasseerd in 1575