Archieven

105 Rekest van Jan van Breda schoolmeester koster en voorlezer te Lieshout in kwartier Peelland die aangeeft dat hij sinds 1744 zijn diensten heeft waargenomen doch thans door zijn klimmende jaren en zwakheden daarin verhinderd wordt zoals ook blijkt uit de ingevoegde attestatie van predikant Dolleman en hij verzoekt om een substituut te mogen aantrekken; akkoord.

106 Er is een voorjaarsvisitatie gehouden en er zijn opmerkingen gemaakt n.a.v. het zesjarig onderhoud van ’s lands bruggen zowel voor de contregarde buiten de Sint Jans- en de ravelijnsbrug voor de Vughterpoort die schade hebben opgelopen vanwege hoog water en ijsgang met opdracht tot herstel ervan, idem aan het kruitmagazijn staande in de keel van het bastion Baselaar wegens verzakking en scheuren, het voor- en nagras op fort Isabella langs de singelkade, het onderhoud van fort Crevecoeur, een nieuwe ’s lands schuit wat volgens generaal major en commandeur De Witte een sterke en ruime schuit moet zijn speciaal voorzien van een bekwaam zeil, roer, zwaard en tuig; idem het fort aan de Blauwe Sluis – zie ook folio 521v, 601

107 Twee memories van predikant Munnekemolen die geëxamineerd heeft Jan Jacob Puttekoffer en P. van Nahuijs en de eerste kan aangesteld worden te Empel en Nahuijs te Outten

108 Missive van de hoogschout C. Bigot met bijvoeging van het schriftelijk belang van de kerkmeesters der roomse kerkschuur van het Straatskwartier binnen Loon op Zand door R. Paaijmans en L. Dankers als ook een missive van de vicaris Aerts waarin hij bericht waarom hij niet had voldaan aan de resolutie van 11 september 1787 waarbij hij was gelast om op de oude voet een pastoor voor de kerkschuur van Loon p Zand onder admissie van haar Ed: Mo: te zenden; idem op een rekest van C.A.J. Prince van Salm Salm Heer der heerlijkheid Loon op Zand waarbij deze verzoekt om de pastorie van Loon op Zand te laten bedienen door drie priesters en de vicaris werd vervolgens geautoriseerd om de nodige zending aan een 2e kapelaan te Loon op Zand te verlenen met permissie aan de andere kapelaan om zijn vast verblijf en domicilie bij de kerkschuur op de Ketsheuvel te houden ten einde daar de nodige diensten te kennen verrichten; idem een rekest van R. Paaijmans en L. Dankers kerkmeesters der roomse gemeente aan het Straatskwartier der genoemde heerlijkheid, alsmede van officier en schepenen der heerlijkheid, waarbij ze verzoeken dat bij al diegene door de gemelde vicaris Aerts of de Heer van Venloon enig verzoek tot het zenden van een permanente kapelaan mocht worden gedaan of dat de pastorie van Loon op Zand voortaan zou mogen worden bediend door drie priesters, haar Ed: Mo: daar op niet gelieven te disponeren dan nadat zij respectievlijk in hun belang daaromtrent zullen zijn gehoord zoals onder de notulen van 18 december 1788 en 27 januari 1789 te zien is.