Archieven

145 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Dirrick Wouters van Mensfort, president , Adriaan Janse Timmermans, Hendrick Tinnebroek, Goijaert van der Braken, Jan Hendricks van Boeckel, Pauwels Marten Wijhamers en Michiel Peeter Vaders als schepenen, verder Peeter van den Bichelaer en Mathijs Ariens van Hall, borgemeester, Jan Willem Corsten als kerkmeester, Lambert Jan Reijnders, H. Geestmeester, Jan Hendricks van de Laar, Jan Cornelisse de Leijert, Gijsbert Hendrick Heessels, Willem Tomas Willems, Goijaert Arien Santegoets, Hendrick Ariens van Hall en Joost Hendrick Mulders, alle gekwalificeerde geerfden, die samen het corpus van de heerlijkheid Liempde vertegenwoordigen. Ze beloven op onderpand van hun bezit en inkomsten etc. aan Pitronella Vaders als weduwe van Leendert Matthijs Vuchts als moeder en voogdes over haar minderjarige dochter Lenardina, de som van 1000 gulden te betalen,samen met een rente van 3,5 % per jaar, te voldoen op 13 december van dit jaar 1706. Het betreft geleend geld dat het corpus van Liempde van Pitronella heeft ontvangen. Het geld dient ter aflossing aan Gerard van den Eeckart zoals die geld had geleend volgens schepenbrief van de stad Den Bosch, getekend door Jonker Meulen d.d. 13 december 1688 en welke lening is doorgehaald 12 december 1705. Als de 1000 gulden op de vervaldag met instemming dan niet wordt betaald, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De schuldenaars zijn bereid deze schuld voor schepenen van Den Bosch te doen vernieuwen en machtigen hiervoor toonder van deze brief. Aldus gepasseerd in de heerlijkheid Liempde op 19 maart 1706, in aanwezigheid van Lambert Martens van der Braken en Dirrick Goort Heijmans als getuigen.

146 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Gerrit Lauwreijs Wouters, wonend te Eindhoven en belooft nu aan Michiel Peeter Vaders, ten behoeve van Anneken Willem Martens van de Ven, de som van 50 gulden, te voldoen per heden datum over een jaar met 2 gulden voor rente. Het betreft geleend geld en als er niet op de vervaldag wordt betaald, zal de rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De schuldenaar is bereid deze schuld voor schepenen van de stad Den Bosch, Eindhoven of elders te vernieuwen en machtigt daarvoor toonder van deze brief. Aldus gepasseerd in de heerlijkheid Liempde op 19 maart 1706 in aanwezigheid van Jan Cornelisse en Ignatius Wittebol als getuigen. Ondertekend : Gerart Laureijssen Wouters, Jan Cornelissen, Ign. Wittebol, Corn. Wittebol notarius publicus.

147 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Aart Hendrick Aarts, wonend in de baronie Boxtel in herdgang Onroode, aangesteld collecteur der verpondingen vanaf 1 januari, verder Peter van de Sande ook inwoner van Boxtel en hebben een overeenkomst gemaakt over de overgave van het ambt. Aart zal aan Cornelis een verpondingsboek overdragen of cedul of lijsten zoals zijn opgemaakt door de regenten voor de verpondingen, samen met alle rechten daarbij. Aert zal aan Peter verder de som van 120 gulden geven en Peter is verplicht vervolgens het ambt van verpondingsbeurder goed uit te voeren en bewijs van zijn handelingen te overleggen etc. Actum in de baronie van Boxtel op 20 maart 1706, getuigen Cornelis Nuijens en Ignatius Wittebol, getekend : merkteken van Aert Hendrick Aarts, Peeter van de Sande, Cornelis Nuijens, Ign. Wittebol, Corn. Wittebol notarius publicus.

148 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Jacob Peeter Smits wonend in het dorp Littoijen op grond van een machtiging opgemaakt voor notaris Arnoldus de Gulicker te Rotterdam, verleend door Matthijs Ruijs als burger van de stad Rotterdam, die is getrouwd met Geertruijdt van Geffen, verder afgegeven door Anna van Geffen meerderjarige ongehuwde dochter ook wonend te Rotterdam, beide vrouwen als nagelaten kinderen van Ambrosius van Geffen die op zijn beurt zoon was van wijlen Maarke Brussen en uit dien hoofde ook erfgenaam was van deze Maarke, machtigt thans Bartel Marijnen wonend te Boxtel om namens diens opdrachtgevers van Ruth Jacobs de huur van een huis te innen, staande te Boxtelnabij de Leugenbrugh (?). Dat betreft een jaarhuur ingaande Beloken Pasen 1705 ten bedrage van 26 gulden. Als er niet wordt betaald, moet er naar behoren worden gehandeld en alsof de opdrachtgever zelf zou hebben kunnen doen. De opdrachtgever belooft alles na te komen wat door zijn gemachtigde zal worden gedaan en zal die daarvoor vrijwaren. Aldus gepasseerd te Boxtel op 9 april 1706, in aanwezigheid van Cornelis Nuijens en Jan Nuijens als getuigen. Ondertekend : Jacob Smits, Cornelis Nuijens, Jan Nuijens, Corn. Wittebol notarius publicus.