Archieven

13 Op de zelfde dag is verschenen Alit dochter van wijlen Jan van Dort die ons te kennen geeft dat wijlen haar dochter Hilleken verwekt bij wijlen haar man Mercelis is gehuwd geweest met een zekere Willem Dircks bij wie ze twee dochters had verwekt met name Heilken en Jenneken die nog minderjarig zijn en dat hun moeder is komen te overlijden en dat die kinderen voogden nodig hadden om toezicht te houden over hen en hun bezit. Daarom hebben wij als schepenen met instemming van Daniel van der Ameijden onze schout als voogden Willem Goijaerts en Leonart Jan Glavimans benoemd die het beheer zullen gaan voeren over het bezit van die minderjarige kinderen wat betreft de inkomsten en uitgaves etc. en die dienen te zijner tijd aan die kinderen en de schepenen daarvan goede verantwoording voor af te leggen, hetgeen die voogden alhier onder ede beloven te doen. Getuigen Henrick Henrick van Weert en Willem Henrick Sprincen. Datum als boven.

14 Voor ons is verschenen Jan zoon wijlen Lambert Lodewijks en doet afstand van het recht van vruchtgebruik inzake een jaarlijkse pacht van 4 lopen rogge maat van Den Bosch, steeds te betalen op Maria Lichtmisdag volgens de schepenbrief van Den Bosch d.d. 4 april 1448. Hij doet er afstand van ten behoeve van Aernden zoon van Jan Lamberts die er het erfrecht van krijgt en Jan belooft deze overdracht altijd gestand te doen en alle lasten daarin af te handelen. Datum 30 januari 1557, getuigen waren Henrick van Weert en Henrick Willems van Beeck als schepenen.

15 Voor schepenen is verschenen Peter Willem Vos en geeft hierbij machtiging aan Jan Peter Vos om namens hem al zijn vorderingen te innen en daarover later rekenschap af te leggen en verder al zijn zaken te behartigen. Getuigen Henrick van Weert, Willem Goerts van de Merendonck, Jan Aerts van den Gasthuijs, Henrick Willems. Datum 31 januari 1557.

16 Wij Henrick Henricks van Weert en Henrick Willems van Beeck, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Aert zoon Jan Lamberts en verkoopt aan Steven zoon Jan Vrancken een schepenbrief van Den Bosch inzake een jaarlijkse pacht van 2 zesters rogge, maat van Den Bosch steeds te betalen met Maria Lichtmisdag volgens de schepenbrief d.d. 4 april 1448. De verkoper doet afstand van zijn rechten en belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten daarin af te handelen. Datum 1 februari 1557.