Archieven

13 Dries Jans van der Heijden en Johannes Peeter van Gerwen, beiden wonend te Schijndel hebben gelooft 750 Carolus gulden schuldig te zijn aan Jan de Leuw, schout en dijkgraaf te Raamsdonk, welke penningen zijn verstrekt tot aflossing van een kapitaal van 750 gulden als Joseph van den Heuvel op 23-10-1771 ter zake des koops had gelooft aan Adriaan Jan Teunisse, zijnde die gelofte op heden ter secretarie alhier geroyeerd en gecasseerd.

14 Martinus [van der] Vleuten; Jan Dielis Vrenssen en Anthonie Dielis Vrenssen, wonend te Schijndel bekennen 600 Carolus gulden schuldig te zijn aan Maria Adriaan Goijaerts, wonend te Schijndel.

15 Thomas Roelof van der Aa, wonend te Schijndel bekent 50 Carolus gulden schuldig te zijn aan Wilhelmina Lourentia van Oerle douairière van Arendt Graham, vrouwe van Avesteijn te Dinther. In de marge staat vermeld, dat op 1-7-1799 en 1-8-1801 schulden zijn vereffend.

16 Gijsbert van Will, molenaar te Schijndel verkoopt perceel heide aan de linkerzijde van de dijk naar Middelrode, aangekomen bij verkoop op 31-5-1791 van de gemeente, aan Anthonij Geerits Verhagen, mede wonende te Schijndel.