Archieven

13 Machtiging door Jacob Teunis Voets, Jan Geerits van den Bergh, Ruth van de Laar en Aart van Heeswijk schepenen te Schijndel t.b.v. de heer Isac Scriba om zich te begeven naar de plattelandskamer op het stadhuis te ’s-Hertogenbosch om aldaar de penningen te ontvangen van allerlei karrendiensten door de Schijndelse bevolking over 1746, 1747 en 1748 voor de Staatse en de Geallieerde troepen.

14 Medische verklaring van Innocentius Egidius Bernuly mr. chirurgijn die het dode lichaam heeft onderzocht van Poulus Pijnenborgh liggende op de Voort ten huize van Hendrik Dortmans en hij heeft het volgende geconstateerd: ‘een wonde op de musquel temporalis gedilateert, de panikel carnotis, en bevonden dat het cranium de temporalis geheel vermorselt had en een fractium gaande van het os temporalis door het os labidomides tot aan de andere zijde van het hooft, tot het os temporalis aan de andere zijde en enige fragmenten die het cerbrom dilatererde, waardoor de doot is veroorsaakt’. [Voor een juiste interpretatie van de tekst heeft Hans van den Broek arts te Deurne mij het volgende bericht gestuurd: Medische verklaring van Innocentius Egidius Bernuly, mr. chirurgijn, die het dode lichaam heeft onderzocht van Poulus Pijnenborgh liggende op de Voort ten huize van Hendrik Dortmans en hij heeft het volgende geconstateerd: “een open, gapende, wond ter plekke van de musculus temporalis [dat is de spier die de zijkant, de slaap bedekt] , de panikel [panniculus is bedekkend laagje vet] is carnotis [carne is vlees], en het bleek dat het schedeldak op die plaats geheel verbrijzeld is. Verder was er een breuk uitgaande van de slaap lopend achter over het os lambdoidea [achterzijde van het hoofd] doorlopend tot aan de andere zijde van het hoofd,dat is wederom het os temporale, aan de andere zijde. Er waren enige losse botfragmenten die in het cerebrum [de hersenen] prikten, waardoor de dood is veroorzaakt'. panikel carnotis weet ik niet, ik vermoed zoiets van dat het vlees [van de slaapspier, musculus temporalis] ernstig gekwetst is geweest. De schedel had dus van opzij - achter een zware klap gehad waardoor de halve schedel gezien van achteraf los lag met een grote open kneuswond aan de slaap waarbij het bot in de hersenen prikte].

15 Getuigenverklaring door Hendrik Martens van der Cant [84] en Hendrik Cornelissen van Hees [88] ten behoeve van de regenten van Schijndel nl. dat ca. 40 jaren geleden ter plaatse genaamd de Hoevebraak aan de Heijde nog geen hek heeft gehangen maar altijd een stapke is geweest en maar een voetpad waar men met een kruiwagen maar net kon passeren en dat het hek er is gehangen in plaats van het stapke tot gerief van de passagiers welk hek alleen diende als doorgang.

16 Ontlastbrief via regerend armmeester Teunis Gijsbert van den Boogaart voor de armentafel van Den Dungen t.b.v. Zeger Janssen van den Broek gehuwd met Maria Hendrik Geurts geboortig van Den Dungen.