Archieven

13 Berent Hendrick Veugedingh, rector van de Latijnse school te Grave machtigt Petronella Havius zijn vrouw, weduwe en boedelhoudster van Henrick Prangan om namens hem te verkopen het aandeel in de Westkappelsedijk in Zeeland, afkomstig van haar oudoom de heer Havius, rentmeester van het graafschap van Holland.

14 Wilhelm, Marck, Bartholt, Bernard en Jurrien Vriessemeijer verklaarden te zijn overeengekomen met Herman van der Horst, dat zij van hem hebben geleend een bedrag van driehonderd gulden, ter betaling van driehonderd schapen op 3 mei 1710 en dat zij als borgstelling een aantal van honderdvijfentwintig schapen aan van der Horst hadden gegeven, waarvoor zij ook een vergoeding moesten geven voor weiden en stalling.

15 Jan Soomers, meester timmerman, Gerardus Verbeet, timmerman, Nicolaes Duijck, Geurt Geurtse, Hendrick Meulendijck, Roeloff Lussingh en Arent Schroeven, verklaarden op verzoek van Jan van Brussel, aannemer van de schoeiing aan de binnenzijde van de beer beneden de stad Grave, de eerste drie comparanten dat de gemelde schoeiing is opgegraven volgens bestek en dat de kettingen zijn gebroken en de andere comparanten verklaarden op verzoek van Jan van Brussel, als aannemer van de conterscherp borstwering met geheel nieuwe zoden is opgezet.

16 Anthonij Roos en Anneken Peters, echtelieden benoemen de langstlevende van hen beiden tot erfgenaam en daarna benoemen zij na het overlijden van de langstlevende tot hun enige en universele erfgenamen hun twee kinderen met de namen Johannis en Arnoldus Haeck in haar eerste huwelijk met Arnoldus Haeck.