Archieven

63 Wilhelmina Cosman weduwe van J. Roozenheim en Isaak Capel, slachter, beiden wonende te Goch verklaren in te stemmen met de doorhaling van hypothecaire inschrijving ten laste van Eleonora Jansen weduwe van Matthijs Martens, herbergierster te Groeningen. Verwijzing naar schuldbekentenis voor notaris Rink van 24 mei 1822.

64 Matthijs Derks, timmerman te Groeningen verklaart f 300,-- schuldig te zijn aan de armen van Vierlingsbeek, waarvoor accepteert armmeester Derk van den Wollenberg. Als onderpand stelt hij een huisje genaamd “Op het Veld”, met moeshof en aangelegen bouwland onder Groeningen, grenzend aan Lambert Weijs en de heer Petri.

65 Christiaan Jansen, landbouwer te Vierlingsbeek weduwnaar van Johanna van den Brunkum verklaart f 160,-- schuldig te zijn aan Jan Hendrik van Mook. Als borg stelt hij een huis met moeshof en boomgaard met aangelegen bouwland op de Burggraaf, grenzend aan Antoon Zegers, Gerardus Huijbers, de gemeene weg en een veldweg. Alsmede nog een perceel bouwland aan de Hoogen Weg en percelen bouwland genaamd de Vliegenest en het Zaaltje, aldaar. Eerder rustte er op dit bezit al een lening van f 400,- verkregen van Antoon Hubert Rijke, waarvan f 200,- zijn afgelost.

66 Lambertus Jacobs, stroodekker te Groeningen benoemt zijn inwonende zus Johanna Jacobs tot universele erfgename.